Hoe kun je op een leuke, leerzame manier lesgeven? Door verschillende activerende werkvormen aan te bieden, leuk voor meisjes én jongens. Altijd op een standaardrepertoire terugvallen is makkelijk, maar kan ook saai worden. Leerlingen weten precies wat ze kunnen verwachten en dit draagt niet altijd bij aan het plezier in leren. Sterker nog, dit kan zelfs demotiverend werken. Door de lesuren spannender en uitdagender te maken wordt het onderwijs leuker en verhoog je het leerrendement. Leren wordt effectiever als leerlingen actief betrokken zijn bij het onderwerp. Je moet ze raken en emotioneel in beweging brengen.
De ideale werkvorm bestaat niet. Daarom is het zo belangrijk om regelmatig af te wisselen. Zo kun je de ene dag meer aandacht besteden aan het individu en de dag daarop aan de groep. Je kunt ook de ene keer een instructie geven en het de volgende keer voordoen.
Probeer aan te sluiten bij verschillende leerlingen in de doelgroep: de een leert meer van visualisaties, de ander van een verbale uitleg. Weer een ander van doen of beleven. Dit lijkt lastig, zeker in grote groepen. Maar het voordeel van veel verschillende werkvormen gebruiken is dat je altijd wel de leerstijl van enkele leerlingen aanspreekt. Anderen zullen uit hun comfortzone moeten komen, maar op een ander moment bedien je de leerstijl van die groep weer. Overigens is een beetje ‘stretchen’ (je ontwikkelen via een leerstijl die niet helemaal aansluit op de jouwe) op z’n tijd ook goed.
Zoals in een eerdere blog beloofd zet ik een aantal activerende werkvormen voor je op een rijtje. Ze zijn op verschillende leeftijden en typen leerlingen gericht. Met een beetje creativiteit zijn ze makkelijk aan te passen aan je eigen doelgroep.
Werkvormen kennismaken
Als je net gestart bent met een groep is het leuk om op een speelse manier wat meer over elkaar te weten te komen.
Staan-zitten – Dit is een spel waarmee je persoonlijke weetjes kunt uitwisselen. Je stelt een vraag, bijvoorbeeld: ‘Wie van jullie wil later graag met kinderen werken?’ Staan betekent ‘ja’, blijven zitten betekent ‘nee’. Daarna heb je een ‘opening’ en kun je de vraag verdiepen door vervolgvragen te stellen aan verschillende mensen die staan of zitten.
Ik ben de enige die… – Iedereen in de groep bedenkt iets unieks over zichzelf. Het groepslid gaat staan en zegt bijvoorbeeld: ‘Ik ben de enige die in 2009 heeft stage gelopen in Zuid-Afrika.’ Het kan zijn dat er leerlingen zijn die dit toevallig ook hebben gedaan, die mogen eveneens gaan staan. Maar de uitdaging voor de leerling is natuurlijk om zoiets origineels en eigens over jezelf te delen dat je iedereen ‘wegspeelt’ en dat de rest blijft zitten.
Werkvormen taal
Het gouden woord – Een leuke oefening als je iets wilt doen met globaal lezen in combinatie met een stukje competitie. De groep is verdeeld in kleinere groepjes. De docent kiest in een tekst het ‘gouden woord’. Neem bijvoorbeeld de volgende tekst: ‘In de winkel ben ik mijn portemonnee verloren.’ ‘Portemonnee’ is het gouden woord. De groep die het gouden woord het eerst vindt en de zin voorleest waar dit instaat, heeft gewonnen.
Groepsverhaal – Samen ga je een verhaal maken. Dit vergt wel wat creativiteit van de leerling. Eén leerling begint en zegt een zin. De leerling naast hem of haar neemt het verhaal over door er een zin aan toe te voegen. Dan is de leerling daarnaast aan de beurt. Dit gaat door totdat iedereen aan de beurt is geweest.
Werkvormen rekenen
Raad het getal – Een oefening in schatten. Door de klas heen is een denkbeeldige lijn getrokken, die begint bij 1 en eindigt bij 100. Eén leerling krijgt op een briefje een getal te zien tussen 1 en 100. Hij gaat vervolgens op de plek van de lijn staan die voor zijn gevoel overeenkomt met dit getal. De rest van de groep probeert het getal te raden door vragen te stellen waarop de leerling alleen met ‘ja’ of ‘nee’ mag antwoorden. Bijvoorbeeld, als de leerling aan het begin van de lijn staat, kunnen de vragen zijn: ‘Is het een getal tussen 5 en 15? Is het een oneven getal? Bestaat het getal uit één cijfer?’. Afhankelijk van het niveau van de groep kun je ook met kleinere of juist grotere getallen werken.
Tel tot 10 – Je gaat met zijn allen tot tien tellen. Dat betekent: iemand in de klas begint met ‘1’ roepen. Een andere leerling die vindt dat hij verder mag tellen, roept vervolgens ‘2’. Maar let op: er mogen niet meerdere leerlingen tegelijk een getal roepen. Dus roepen er drie kinderen tegelijk ‘2’, dan is de groep af en begint het spelletje van voor af aan. Dit kan tot hilarische situaties leiden: het kan maar zo zijn dat je een uur bezig bent voordat je tot 10 hebt geteld…
Andere werkvormen
Stellingenspel – Bij deze werkvorm krijg je zicht op de mening van leerlingen. Het lopen en bewegen zorgt voor een prettige, actieve sfeer.
Formuleer een of meerdere stellingen en schrijf deze op een groot vel papier of bord. Je kunt dit ook door de leerlingen laten doen. Lees de stelling voor. Het lokaal is in twee vakken (eens en oneens) verdeeld. De leerlingen die het eens zijn met de stelling gaan in het vak ‘eens’ staan en de leerlingen die het oneens zijn in het vak ‘oneens’. Je vraagt nu aan een aantal leerlingen waarom ze in dat vak zijn gaan staan. De stellingen kunnen tot leuke discussies leiden.
Rollenspel in rijen – Drie leerlingen staan in een rij tegenover drie andere leerlingen. De bedoeling is om steeds een situatie te oefenen, waarbij de twee rijen ieder een andere rol innemen. Bijvoorbeeld: de ene rij is verkoper, de andere rij een ontevreden klant. Leerling 1 begint het gesprek. Anderen uit dezelfde rij kunnen de rol overnemen als zij denken dat het gesprek anders verder moet of als leerling 1 vastloopt. Je kunt dit op elk moment stopzetten en bespreken, mocht dit nodig zijn.
De complimentenbal – Vooral geschikt voor wat jongere kinderen, maar deze werkvorm kun je ook inzetten voor oudere leerlingen.
Op een vaste dag in de week is het complimentenbal-dag. Het eerste wat de scholieren doen zodra ze in de klas zitten, is hun lade opentrekken om te kijken of daarin misschien de complimentenbal ligt. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een mooi gekleurde bal gebruiken. Op deze dag stop je de complimentenbal in de lade van een willekeurige leerling. Deze leerling heeft als taak die dag zo veel mogelijk complimenten uit te delen. De anderen letten goed op: het is de bedoeling dat zij aan het einde van de dag raden wie de complimentenbal had. Een leuk bijkomend effect kan zijn dat de leerlingen elkaar om de tuin proberen te leiden: de anderen gaan ook complimenten uitdelen. Zo wordt het raden wie de bal had die dag een stuk moeilijker. Het doel van deze werkvorm is de sfeer in de klas bevorderen, meer waardering en respect voor elkaar krijgen.
Ik zou nog veel meer werkvormen willen toelichten, maar dan wordt deze blog te lang. Wel heb ik nog een pdf toegevoegd met een opsomming van werkvormen waarbij je je vast wel iets kunt voorstellen. Veel succes met uitproberen!
Lees ook de blog: Activerende werkvormen voor samenwerken: drie tips!
ontzettend handig!
De complimentenbal lijkt me ook heel leuk om toe te passen.
@Joke
Erg leuke ideeën voor de klas. Ik zou dit zelf ook wel willen introduceren bij ons op de basisschool in Amsterdam Oud-Zuid. Heb je dit ook al echt in de praktijk gebracht, en hoe werd dit ervaren?