De vakantie zit er op. De scholen zijn weer begonnen, dus tijd voor een nieuwe blog! Op de website van de Onderwijsraad las ik dat de Tweede Kamer de Onderwijsraad heeft gevraagd om de volgende onderzoeksvraag te beantwoorden: Hoe kan de positie van het vmbo in het Nederlandse onderwijsstelsel worden versterkt?
Veranderingen in het vmbo
In het verzoek dat de Tweede Kamer naar de Onderwijsraad stuurt, staat dat er de afgelopen 15 jaar hard gewerkt is in en aan het vmbo. Er zijn centrale examens ontwikkeld, leerwegen in het leven geroepen en er zijn nieuwe didactische concepten ontstaan. Toch lijkt het of de positie van het vmbo onder druk staat. In het verzoek wordt gesteld dat het vmbo tot voor kort een ‘aantrekkelijke leerroute voor ongeveer de helft van de leerlingen die van de basisschool kwamen’ was. Echter, zo wordt vermeld, neemt het aantal vmbo-leerlingen af en dan met name in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg.
Afname aantal BB- en KB-leerlingen
De afgelopen 10 jaar is het aantal leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg met 30% afgenomen, terwijl het vmbo als geheel met ongeveer 1% per jaar kromp in diezelfde periode. Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs steeg dezelfde periode ongeveer met 3% per jaar en het aantal leerlingen op havo- en vwo-niveau steeg met ongeveer 30%. Kortom: de afname in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg komt omdat er steeds minder leerlingen voor deze leerwegen kiezen (Schoonhoven & Studulski, 2013).
Uit prognosecijfers van de Referentieraming 2014 blijkt dat het aantal leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg alleen nog maar verder af zal nemen. Vanaf schooljaar 2021-2022 is de sterkste daling voorbij. In de referentieraming wordt geschat dat in dat jaar 71123 leerlingen op het vmbo onderwijs volgen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg. Ten opzichte van schooljaar 2014-2015 is dit een daling van ongeveer 29% procent.
Blijft beroepsgericht onderwijs in het vmbo bestaan?
In het verzoek stelt de Tweede Kamer dat wanneer deze trend doorzet, er over tien jaar misschien geen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg meer bestaat. Want er moet natuurlijk ook gekeken worden of deze leerwegen rendabel blijven. Er zijn steeds minder leerlingen en de investeringen in bijvoorbeeld praktijk- en instructielokalen zijn hoog.
Waarom minder aantrekkelijk?
De Tweede Kamer vraagt zich af of leerlingen die niet kiezen voor de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg in een andere leerweg op het vmbo, op het havo of op het vwo goed op hun plek zitten. Wanneer dit niet het geval is, wil zij graag weten waarom leerlingen niet kiezen voor beroepsgericht onderwijs in het vmbo. Komt dit bijvoorbeeld door het keuzegedrag van de ouders, die vinden dat algemeen vormend onderwijs meer aanzien geniet in de samenleving? Of hebben meesters en juffen in het basisonderwijs niet genoeg kennis van het vmbo en de mogelijkheden hierbinnen voor de leerling?
Onderwijsraad onderzoekt
De Onderwijsraad wil onderzoeken welke factoren het keuzeproces van ouders en leerlingen eventueel negatief beïnvloeden. Naast bovenstaande factoren kijken ze naar de invloed van de beperkte doorstroom- en stapelmogelijkheden vanuit de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg en de behoefte van ouders en leerlingen om studie- of beroepskeuze uit te stellen. Wanneer er factoren zijn die het keuzeproces negatief beïnvloeden, wil de Onderwijsraad bekijken hoe deze negatieve beïnvloeding weggenomen kan worden.
De onderwijsraad wil ook bekijken hoe het praktijk- en beroepsgerichte vmbo kwalitatief hoogstaand en aantrekkelijk kan blijven voor een steeds kleinere groep leerlingen.
Bijdrage leveren?
Wat is volgens u de positie van het vmbo in de toekomst? En hoe kunnen de overheid, scholen, docenten, ouders, leerlingen en bedrijfsleven een bijdrage leveren aan het versterken van het vmbo? Hebt u hier ideeën over en wilt u bijdragen aan de voorbereiding van dit advies? U kunt tot 1 november uw reactie sturen naar toekomstvmbo@onderwijsraad.nl.
Afbeelding: foksuk.nl
Geef een reactie