Vandaag sprak ik Mark. Hij is mijn achterneef en heeft een voltooide MBO opleiding niveau 4 CIOS Sport en bewegen. Een opleiding waar je veel sportieve kanten mee op kunt en waar Mark met plezier naar toe gegaan is. En nu werk vinden… begeleiding bij sportactiviteiten geven of sportevenementen organiseren. Die banen zijn er veel te weinig en dus werkt Mark als aanstormend talent bij een grote supermarktketen.
‘Moeten we dit soort opleidingen wel handhaven, als er zo weinig werk in een bepaalde beroepsrichting is?’ Die vraag klinkt door in veel lagen van het beroepsonderwijs.
In een supermarkt werken was ook Mark zijn bedoeling niet toen hij koos voor de sportopleiding. Hij had andere beroepsbeelden en die werden hem ook in zijn opleiding zo aangedragen. Bovendien zit hij nu misschien wel op een plek van iemand met een opleiding in de sector verkoop/retail, zou je kunnen stellen.
Mark heeft het intussen best naar zijn zin. Hij maakt snelle carrièrestappen en is het stadium van vakkenvuller al lang gepasseerd. Eigenlijk heeft hij een prima opleiding gehad. Hij motiveert, stimuleert zijn collega’s. Hij draagt zijn nieuwe vakkennis, ervaring en werktechnieken met gemak over op anderen, zodat zij hun werkperformance kunnen verbeteren.
Is het nu jammer, dat in zijn opleiding alles was gericht op sportactiviteiten? Moeten we stoppen met alle opleidingen die te weinig arbeidsplaatsen precies in die arbeidsrichting opleveren? Of heeft de sportcontext Mark met plezier door zijn opleidingsjaren geloodst en heeft hij zo de skills kunnen ontwikkelen, die hij op zijn niveau moet laten zien en toont hij daarnaast ook 21e century skill met zijn marktgerichte flexibiliteit? Ik denk het laatste en zou willen, dat in de opleidingen veel werd gewerkt aan kennis en vaardigheden, die generiek zijn.
Geef een reactie