Jongens doen het minder goed op school dan meisjes. Een al jaren bekend probleem, waar we steeds meer over weten dankzij breinonderzoek. En waar we dus ook steeds beter op kunnen inspelen.
Breinen zijn plastisch en veranderen onder invloed van hun omgeving. Kom je bijvoorbeeld uit een muzikaal gezin en is muziek je met de paplepel ingegoten? Dan ziet jouw brein er anders uit dan de hersenen van iemand die in een a-muzikaal gezin is opgegroeid.
Tegelijkertijd ontwikkelen jongens- en meisjesbreinen zich anders en is er een verschil in de manieren waarop de meeste jongens en de meeste meisjes leren. De achterstand van jongens kan te maken hebben met de overwegend feminiene manier van lesgeven. Het onderwijs is steeds taliger, communicatiever geworden en meer gericht op samenwerking. Terwijl veel jongens makkelijker leren als er actie, beweging in het spel is en wat meer competitie. Steeds meer scholen zijn zich hier gelukkig wel bewust van.
Breinverschillen
Wat weten we over meisjes- en jongensbreinen op dit moment? Tijdens een lezing die ik bijwoonde over dit onderwerp, kwam naar voren dat in rust (bijvoorbeeld: luisterend naar de leraar) de hersenen van meisjes beter doorbloed zijn dan die van jongens. Dit betekent dat er meer activiteit in het brein is en dat een meisje er beter ‘bij’ blijft. Bij jongens is het brein minder doorbloed. Een brein in rust betekent ook ècht in rust, dus in de ‘slaapstand’. Zit een jongen te lang stil in de schoolbanken en moet hij continu luisteren, dan valt hij in slaap.
Van nature hebben jongens dus actie nodig en is het voor meisjes makkelijker alert te blijven.
Verder hebben meisjes meer oxytocine, het ‘knuffelhormoon’. Dit zorgt ervoor dat aardig zijn en aardig gevonden worden belangrijk voor ze is. Meisjes houden dus meer rekening met jou als leraar: alleen voor jou doen ze al meer hun best.
Jongens zijn daar niet of minder mee bezig en wel als gevolg van het hormoon testosteron. Ze zijn wat agressiever, impulsiever, competitiever en, zoals gezegd, actiever.
Hieronder een aantal manieren waarop de meeste meisjes en de meeste jongens het liefst leren. Ongeveer 20% van de jongens leert op een meisjesachtige manier en 20% van de meisjes leert op een jongensachtige manier.
Matchen en stretchen
Wat kun je met deze informatie doen voor de jongens op school? Als je kijkt naar het gedachtegoed van Gardner, psycholoog en grondlegger van de meervoudige intelligentietheorie, is iedere leerling sowieso op zijn eigen manier ‘knap’, ongeacht of je een jongen of meisje bent. Om leerlingen effectief te laten leren, kun je volgens hem als docent het best zowel ‘matchen’ als ‘stretchen’. Matchen is: aansluiten bij hetgeen waar de leerling sterk in is, bijvoorbeeld door een mogelijkheid tot bewegen in een opdracht in te bouwen of muziek te integreren binnen een opdracht. Stretchen is juist het ontwikkelen van àlle intelligenties, dus ook de intelligenties die zwakker zijn. Oftewel: je kunt zeker inspelen op leerstijlen van jongens, tegelijk is het voor hen ook goed om af en toe uit de comfortzone te komen. Dit geldt uiteraard net zo goed voor meisjes. Meer balans in werkvormen dus, zowel gericht op jongens als meisjes.
Een van de ‘instrumenten’ die hierbij onmisbaar is: een creatieve docent voor de klas! Ga als docent eens aan de slag met het bedenken van werkvormen die ook leuk zijn voor jongens. In een van mijn blogs van de komende tijd komt er – ter inspiratie – een aantal activerende werkvormen voorbij.
Een heel informatief filmpje over dit onderwerp is: Sekseverschillen.
Volgende week: meer aandacht voor de feminisering in het onderwijs, met name op pabo’s.
Geef een reactie