Kunst en Cultuurvakken werden vakken waar je ook examen in kon gaan doen. Ze gingen met laptops werken. Je kon op je eigen niveau de vakken volgen. De docenten kregen de kans om hun eigen lesmateriaal te ontwikkelen. Wat het doel was, om de rechter hersenhelft meer te stimuleren, om de leerlingen voor te bereiden op de grote veranderingen die er in de wereld aan zaten te komen. Kortom heel bijzonder voor die tijd. Een echte pionier school. Het was een school, waar mijn hart vrolijk van ging kloppen. Ik hoorde allemaal geluiden om mij heen van ouders die tegen elkaar zeiden dat ze graag weer jong wilden zijn, want dan konden ze deze nieuwe vorm van onderwijs volgen. Dat zelfde gevoel had ik ook. Gelukkig heeft mijn dochter voor deze school gekozen.
Zo kwam mijn dochter thuis, met het verhaal dat zij samen met haar klas en de wiskundeleraar een wandeling had gemaakt door de stad. Ze moesten gaan kijken welke vormen er allemaal te zien waren en deze dan ook benoemen. Of ze gingen met een groepje een virtuele reis te maken en dan moesten ze zo goedkoop mogelijk en via de snelste route naar Marokko gaan. Ze kwamen dan in virtuele steden, zoals bijvoorbeeld Parijs en Barcelona. Via de computer kregen ze een beeld wat er allemaal daar te doen was. Ze kregen opdrachten om een dans te maken met alleen maar stoelen.
Mijn dochter heeft hier met heel veel plezier vanaf het begin haar opleiding gevolgd en is uiteindelijk geslaagd voor haar VWO. Het waren 6 jaren met vallen en opstaan. Want zo gaat het met een startende school. Er waren momenten dat ik dacht, ik haal haar van school af. Maar wat ben ik blij dat we dat niet hebben gedaan. Wat ze daar heel erg goed heeft geleerd is samen te werken, zich te presenteren en voor zichzelf op te komen. Dit was een héle goede basis voor haar verdere studie.
Drie jaar geleden ben ik zelf begonnen op deze school als mentor van de tweede klas. Ik heb er met veel plezier gewerkt. Ik heb gezien hoe enthousiast de docenten begonnen in september. Maar omdat zij hun eigen lessen zelf moesten voorbereiden, zag ik dat in november de eerste docenten zichzelf al aardig tegen kwamen.
De infrastructuur op deze school was niet goed geregeld. Zo kwam het voor, dat docenten hun les hadden voorbereid, maar dat de les niet door kon gaan omdat er teveel data werd gebruikt. Ik zag de ICT medewerker gefrustreerd in een hok zitten achter allerlei lampjes met zijn handen in zijn haar. Want hij kon er niks aan doen dat de infrastructuur de data niet aankon die de school wilde gebruiken. Héél vreemd, want het was een nieuw schoolgebouw. Alleen had de Gemeente slechts rekening gehouden met 200 gezinnen die gebruik konden maken van internet in plaats van een school met 1.100 leerlingen. Het is nu uiteindelijk wel geregeld, maar dat heeft veel voeten in de aarde gehad.
Om deze problemen al in een eerder stadium op te lossen, ben ik sinds januari 2014 werkzaam bij Stichting ION. Stichting ION helpt scholen bij het aanleggen van een goede infrastructuur, zodat ze zich kunnen voorbereiden op de digitalisering in het onderwijs. Zo kunnen scholen zich bezig houden met hun visie, deskundigheid en de keuze voor digitaal lesmateriaal.
Wat mijn werk nou zo dynamisch maakt is dat ik mij bezig mag houden met dienstaanbieders in het onderwijs. Er is zoveel ontwikkeld op dit gebied, dat de scholen soms door de bomen het bos niet meer zien. Ook dienstaanbieders zijn zich vaak niet bewust wat voor een mogelijkheden er allemaal zijn op het gebied van digitaal onderwijs. Door ze met elkaar in contact te brengen, komen de mooiste samenwerkingsverbanden voort, zoals bijvoorbeeld met Edu’Actief.
Geef een reactie