Ik zal mijn uitspraak onderbouwen met enkele voorbeelden:
Voorbeelden
- Een institutionele vso-school gaf tijdelijk onderwijs aan een meisje van een vmbo-school in Zuid-Nederland. Toen de privé-omstandigheden verbeterden, werd terugplaatsing naar huis mogelijk en kon ze ook weer naar haar oude school terug. Echter, de toegangsdeur van het vmbo bleek voor haar gesloten. Ze kon niet op school terugkomen en er werd besloten dat ze per 1 augustus 2014 naar de entreeopleiding ging. Dit kon eigenlijk niet, omdat ze nog maar 15 jaar was en ze dus nog recht had op VO onderwijs, maar toch is het zo gegaan. Hoe het opleidingstraject van deze jongedame verdergaat, is mij onbekend. Ik vermoed dat ze haar na vier maanden afwijzen en haar dan opnieuw toelaten tot een andere entreeopleiding. Dan is ze intussen 16 jaar geworden. Hoe succesvol haar opleidingstraject verder zal zijn of hoe goed haar arbeidstoeleiding ondersteund zal worden blijft in het ongewisse.
- Vanuit mijn werk als onderwijsadviseur heb ik contact met verschillende entreeopleidingen. In een gesprek vertelt een teamleider van een roc in Zuidoost-Nederland me dat hun entreeopleiding te maken heeft met een ´enorme toeloop´. “De instroom is drempelloos, maar aan de achterkant is de drempel verhoogd”, zegt ze. Op mijn vraag hoe die enorme instroom in de entreeopleiding is te verklaren noemt ze als één van de redenen, dat er vmbo-scholen zijn, die hun slechts functionerende leerlingen adviseren om zich terug te trekken voor het examen. Deze leerlingen gaan zonder diploma van de vmbo-school, richting de entreeopleiding.
- Eenzelfde uitspraak doet Katinka Slump tijdens een korte ontmoeting die ik met haar heb op de nationale conferentie voor Special Educational Needs, d.d. woensdag 17 september in Ede. Mevrouw Slump heeft zich gespecialiseerd in de rechtspositie van de onderwijsvrager.
Verschil met VM2-trajecten
Ik ken de zogenaamde VM2-trajecten, waarbij de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo samengevoegd wordt met een opleiding mbo niveau 2. De VM2 routes zijn bedoeld geweest als een OCW/LNV experiment in het kader van het organiseren van een leergang vmbo-mbo2. Een leergang die borgt dat een brede oriëntatie op het beroepenveld overgaat in een steeds smaller, duidelijker profiel met uiteindelijk kwalificering op niveau 2.
Nu lijkt het er op, dat vmbo-scholen pretenderen dat het positief is dat ze een soortgelijk type leerroute aanbieden om leerlingen te helpen aan een niveau 1 diploma. Deze leerlingen komen dus gepland ongediplomeerd in de entreeopleiding terecht. Dat is althans mijn beeld van de situatie bij het bewust gearrangeerd, ongediplomeerd verwijzen naar de entreeopleidingen. Er is echter een cruciaal verschil tussen niveau 1- en niveau 2-opleidingen. Het kenmerk van de entreeopleiding is verbreding! Veralgemenisering, bijna in het kader van een soort loopbaanoriëntatie om daarna op een mbo niveau 2-opleiding te komen, die de student past.
Plaats van entreeopleiding in loopbaan van een leerling
De totale reset van het mbo betekent gewoon dat niveau 1 niet meer bestaat. Entree staat los van het mbo niveau 2 tot en met 4. Met de invoering van de brede entreeopleidingen is helder geworden, dat in een entreeopleiding blijkbaar nog geen sprake is van beroepsonderwijs. Het is een voorportaal. Een opleiding, die gemakkelijk is om binnen te komen, want de deur staat bijna drempelloos open. Maar hoe moeilijk is het om de deur aan de achterkant richting mbo niveau 2 te bereiken! Een leerling die minder gemakkelijk zijn weg vindt in het vmbo gaat niet ineens heel gemakkelijk leren in de entreeopleiding. Misschien zie ik het verkeerd, gaat het in de praktijk anders. Stel dat het wél goed gaat. De leerling is trots op een plaatsing op het roc. De buurt, de vriendenkring en de familie zijn ook trots. De leerling komt op stoom, haalt leerachterstanden in voor taal en rekenen en zal glorieus de instap maken in een niveau 2 opleiding. In dat geval ben ik onterecht ongerust geweest.
En de andere scenario´s? Als na vier schoolmaanden bepaald moet zijn of de leerling mag blijven, kan al een dramatische situatie ontstaan. Weggestuurd worden van een roc en geen vmbo-diploma hebben. Wat nu? Stel dat de leerling na vier maanden wél op de entreeopleiding mag blijven, maar er lijkt geen doorstroomrecht te komen naar mbo niveau 2. Wat dan? Hoe gaat het roc zorg dragen voor de transitie naar werken, naar een baan? Welke werkgever ziet uit naar de komst van de entreeleerling met het brede profiel? Bovendien, de expertise van roc´s aangaande warme overdracht en arbeidstoeleiding staat nog in de kinderschoenen.
Samengevat: bewuste uitsluiting van het vmbo-examen, uitschrijving van leerlingen uit het vmbo en daarna instroom in de entreeopleiding lijkt me niet de juiste weg. Ik vind dat een leerling van het vmbo recht heeft op het zo kansrijk mogelijk verlaten van de school. En dat is mét een diploma.
Mijn tweet leverde o.a. een reactie op van Tanja Jadnanansing, lid van de Tweede Kamer. Via een mailcontact dat daarna ontstond heb ik mijn zorg aan haar toegelicht. Zij neemt de zaak heel serieus. Met één van de beleidsadviseurs van haar partij wil ze verder onderzoek doen en er eventueel werk van maken. Ik blijf het volgen!
Geef een reactie