Wat doe je als een student een radicale mening in de groep uit? Docenten weten vaak niet precies wat ze ermee aan moeten. Volgens Mohammed Bakouri, voorzitter Groep Kleurrijk onderwijs kunnen scholen in elk geval een belangrijke rol spelen in de preventie van radicalisering.
Uit onderzoek blijkt dat jongeren die geradicaliseerd zijn in elk geval de volgende kenmerken gemeenschappelijk hebben.
Er is een achtergrond van armoede en daarmee uitsluiting.
Vaak is de sociale achtergrond van deze jongeren er een van armoede. Zeker voor jongeren geldt dat het negatieve effect groot is. Ze zijn op een leeftijd dat ze willen ‘pronken’ met bijvoorbeeld spullen om zich positief te profileren in de groep. Als er niets is waarmee je jezelf kunt uitdragen, horen ze er voor hun gevoel niet bij en kan dit zorgen voor een een barst in het zelfvertrouwen. Dit werkt door en leidt tot wrok naar de samenleving. Ze hebben het gevoel dat hen niets gegund wordt.
Er is sprake van een heftige identiteitscrisis.
Jongeren worstelen nogal eens met hun identiteit, dat hoort erbij. Bij jongeren met een niet-Nederlandse afkomst is de identiteitscrisis nog veel sterker. Dat komt doordat tussen thuis (traditionele normen) en school (westerse normen) vaak een wereld van verschil zit. Deze studenten hebben het gevoel dat ze constant moeten kiezen tussen ver uiteenliggende werelden: aan welke identiteit conformeer je je? Thuis komen ze op voor hun westerse identiteit, op school is het net andersom. Op beide fronten worden ze niet begrepen. Ze raken innerlijk verscheurd en voelen zich ‘gevangen’ tussen twee culturen.
Er is frustratie over het geweld in het land van herkomst.
De jongeren zijn boos over het geweld in hun gebied van herkomst. Voor de docent kan het als ‘ver weg’ voelen, maar voor de jongeren is dit heel dichtbij. Een gevoelig punt is bijvoorbeeld dat er ten tijde van de aanslag in Parijs ook een aanslag in Bagdad plaatsvond. Alleen de meeste aandacht ging uit naar Parijs. Voor hun gevoel wordt er aan hun ‘roots’ voorbijgegaan.
De connectie met religie is (in het begin) zwak.
De net beschreven kenmerken vormen vaak de achtergrond van waarom jongeren de extreme kant op gaan. In tegenstelling tot wat veel mensen denken, hangen veel geradicaliseerde jongeren eerst geen religie aan. De Kouachi-broers, de aanslagplegers van Charlie Hebdo, stonden onderaan de maatschappelijke ladder en waren niet-religieus. Pas laat in het radicaliseringsproces wordt de religie erbij gehaald.
Binnen het radicalisme vinden jongeren een identiteit. Ook krijgen ze nu de kans om te strijden en binnen de groep respect en aanzien verwerven.
Wat kun je als docent doen?
Ten eerste: verdiep je in de achtergrond van je student. Hoe meer kennis, hoe beter je aanvoelt wat er in een bepaalde situatie nodig is. En hoe minder je zult schrikken van extreme meningen. Houd vooral het debat gaande. Neem alle afwijkende meningen serieus, dus ook een uitspraak waar je het helemaal niet mee eens bent: debatteer erover! Hiermee geef je de kans aan jongeren echt kritisch te leren denken.
Daarnaast: wees je er bewust van dat je vooroordelen met je meedraagt. Ik hoor je al denken: maar ik heb geen vooroordelen, ik zie geen ‘kleur’. Maar onbewust heeft iedereen vooroordelen en laat je dit doorschemeren, of je nu wilt of niet. Het is net die opgetrokken wenkbrauw die je niet van jezelf in de gaten hebt, maar die een student wel ziet. Wees niet boos op jezelf, want het is niet te voorkomen. Maar als je je ervan bewust bent, kun je dit zo goed mogelijk bijsturen.
En verder: houd in gedachten dat wanneer je een positieve verwachting hebt van studenten ze na verloop van tijd dit gedrag ook laten zien. Andersom werkt het ook: heb je een negatieve verwachting van een student, voelt de student dit en zal hij zich er ook naar gedragen. Lees in dit kader ook mijn blog Hoe jouw mindset het leerproces van de student beïnvloedt.
Meer interessant leesvoer: een onderzoek van Lynn Davies van de University of Birmingham ‘Education against extremism’.
Geef een reactie