In het bijzonder had ik mij verheugd op het verhaal van Martijn Grul, bestuurslid van het JOB en verantwoordelijk voor de JOB-monitor in het mbo. Hij sprak op de BTG ESB&I, het jaarlijks terugkerend feestje voor docenten en managers van opleidingen die bij deze tak van economische opleidingen horen. Als ‘trendwatcher mbo’ heb ik daar mijn ogen en oren goed de kost gegeven om zoveel mogelijk informatie op te duiken.Zijn conclusie: geef studenten waar ze recht op hebben: goede lessen waar ze zelf een rol in hebben.’ Dat is één van de uitkomsten van de JOB-monitor.
Ongeloofwaardig
Grul begint zijn relaas met de opmerking: ‘Ik wil les. Daarom zit ik op school.’ ‘Ja hoor, natuurlijk. Zit je tegen je zin in, in jouw vrije tijd op school en dan heb je daar nog zin in ook?!’, was mijn primaire gedachtegang. Hoe ongeloofwaardig klinkt dat. Maar hij had mijn aandacht wel te pakken.
In 15 minuten tijd legt hij vilein uit wat er mis is met het onderwijssysteem op zijn eigen school en vooral met het beroepsonderwijs in het algemeen. Alsof het een Ted-talk was!
Kleinschaligheid binnen grootschaligheid
Zijn voornaamste bezwaar is dat veel docenten hun leerlingen niet herkennen, laat staan kennen. Studenten zijn nummertjes geworden. De docent moet zijn leerlingen kennen en moeten meer zijn dan een nummer in een administratief systeem.
Een ander punt van kritiek is het gebruik van ICT op school. ICT moet dienen als toevoeging op les. ‘Leuk, al die techniek maar die ken ik wel’, aldus Martijn. Een opmerking die ik uit zijn mond wel begrijp, want hij doet een media-opleiding en heeft zijn eigen bedrijf als mediadeveloper: ‘Ik hoef op school niet te leren hoe ik iets op moet zoeken. Op school wil ik van docenten nieuwe dingen horen en leren.’
Je moet ze horen!
Daar voegt hij nog iets zeer zinvols aan toe: studenten willen gehoord worden in wat ze gaan leren. ‘Laat ze meedenken: formeel en informeel.’ Formeel in de zin van de studentraden (deelnemersraad) en informeel in overleg met docenten. Wanneer docenten en scholen dat zouden regelen, zou dat zeker leiden tot een betere kwaliteit en een hogere tevredenheid onder studenten.
Kwaliteit hangt vaak af van kleine zaken: direct contact tussen docent en student, informeel contact, betrokkenheid bij lessen, invullen van de wens om prestaties van docenten te ‘evalueren’. Leuke noot: ‘Informeer studenten, heb contact en houd contact. Dat moet op elke school het doel zijn. Je moet ze horen!’
Studentenraad
Aan het van zijn relaas heeft Grul aangegeven dat scholen verplicht zijn om een studentenraad te hebben en dat dit hét gremium is om te betrekken bij verbetering van het onderwijs binnen de roc’s. Hier opnieuw duidelijk de roep om studenten te betrekken bij de opbouw van het curriculum: ‘Betrek de studentenraad van instellingen om studentpanels samen te stellen voor het beoordelen van lesmateriaal.’ Dat kwam ook al naar voren op de docentendag handel (verwijzing naar blog).
Nu voel je de vraag natuurlijk aankomen: op welke scholen worden studentraden op deze manier serieus betrokken bij de inrichting van het curriculum of onderwijskwaliteit? Ik hoor het heel graag.
Ik wil les
Tot slot terug naar het statement van Martijn: ‘Ik wil les.’ Ik snap nu volledig wat hij bedoelt. En wat mij betreft mag hij zijn statement uitbreiden: ‘Ik wil les, en ik kan je vertellen hoe!’ Zijn betoog is inspirerend. De wijze waarop hij alles uit de doeken doet is innemend. Respect voor deze (toegegeven: niet-doorsnee) mbo-student.
Meer weten over de JOB-enquête? Dat kan hier: http://job-site.nl/index.php?smi_id=26
Geef een antwoord