Als het aan minister Bussemaker ligt, maken we komend jaar werk van het beroepsonderwijs. Haar prioriteit is in 2016 het mbo. De reden hiervoor is dat de kansen voor lager opgeleide jongeren op de arbeidsmarkt dreigen te verslechteren. In deze blog de belangrijkste aandachtspunten uit de Miljoenennota voor het beroepsonderwijs.
Minister Bussemaker wil een stille revolutie binnen het mbo met als doel: betere kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt. “Opleidingen waar geen vraag naar is, worden afgebouwd.” aldus de minister. Loopbaanoriëntatie wordt nog belangrijker. Het kabinet wil met betere voorlichting ervoor zorgen dat leerlingen kiezen voor een studierichting met een goed arbeidsperspectief.
Betere doorstroom
Het kabinet wil daarnaast de overgangen tussen het praktijkonderwijs, vso, vmbo en het mbo en de overgang tussen het mbo naar het hbo verbeteren. Scholen krijgen van de overheid meer ruimte om maatwerk te bieden zodat kan worden ingezet op talentontwikkeling. De wetgeving op het gebied van onderwijstijd in het voortgezet onderwijs wordt verruimd en het wordt mogelijk om buiten de normale schooltijden onderwijs aan te bieden. Denk bijvoorbeeld aan zomerscholen.
Doorleren stimuleren
Technologische ontwikkelingen en robotisering bieden kansen voor onze arbeidsmarkt, maar ook bedreigingen. Verwacht wordt dat vooral jongeren met een mbo diploma hun kansen op een baan zien afnemen. Het CPB en het SCP voorspellen zelfs dat als de vraag van werkgevers naar laag- en hoogopgeleiden zich blijft ontwikkelen zoals nu, dat de kansen van laagopgeleiden op een baan verslechteren. En dat de kloof tussen lager en hoogopgeleiden, in de zin van uurloon, armoede en werkzekerheid, zal toenemen. Het wordt dus nog belangrijker dat het onderwijsaanbod in het mbo goed aansluit op de veranderende vraag van de arbeidsmarkt. De minister gaf afgelopen week al aan dat mbo-scholen sneller een nieuwe opleiding moeten kunnen introduceren.
Jongeren met een mbo niveau 4 diploma hebben over het algemeen betere kansen op een baan. Daarom wil het kabinet leerlingen met een lagere mbo-diploma stimuleren door te leren.
Erkenning voor mbo niveau 1 en 2
Leerlingen die niet het niet meteen lukt om te voldoen aan de eisen van een mbo niveau 1 of 2 diploma, krijgen een speciaal diploma als ze wel hun beroepsgerichte vakken hebben gehaald. Met deze maatregel wil het kabinet deze leerlingen erkenning geven en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten.
Begroting
Uit het Nationaal Onderwijsakkoord (NOA) komt in totaal €292 miljoen beschikbaar dat verdeeld wordt over alle onderwijssectoren. €53 miljoen hiervan is voor het voortgezet onderwijs, €119 miljoen gaat naar het beroepsonderwijs en volwasseneducatie. De middelen uit het studievoorschot, oplopend tot maximaal 1 miljard, zijn vanaf 2018 beschikbaar, en daarom nog niet opgenomen in de begroting.
Door onder meer demografische ontwikkelingen worden er, vooral in het mbo, de komende jaren minder leerlingen en studenten verwacht. Dit leidt tot een budgettaire bijstelling in 2016 van in totaal €48 miljoen. Het bedrag dat de overheid per leerling investeert, verandert hier niet door. Regelingen waarbij de ramingen onderbesteding voorspellen, worden bijgesteld. Het slechte nieuws is dat er in 2016 €20 miljoen minder beschikbaar is voor subsidies.
Professionalisering docenten
Inspirerende docenten zijn de belangrijkste voorwaarde voor succes. Dat vindt ook het kabinet. Met de Lerarenagenda en het Nationaal Onderwijsakkoord, wil het kabinet een impuls geven aan de verdere professionalisering van docenten. Minister Bussemaker: “Als de docent goed is, is de kwaliteit van het onderwijs meestal ook in orde.”
Bron foto: ANP, Martijn Beekman
Meer informatie
Miljoenennota 2016
Download de Miljoenennota 2016.
Video minister Bussemaker
Geef een reactie