Voor de ene leerling is de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs een eitje. De andere leerling past zich juist heel moeilijk aan de ‘grote’ school aan. Om de overgang PO – VO meer geleidelijk te laten verlopen, heeft het Ministerie van OCW verschillende scholen laten starten met een pilot voor 10-14-onderwijs. Docenten van twee pilotscholen vertellen over hun ervaringen met deze nieuwe onderwijsvorm.

Op 10-14-scholen krijgen leerlingen in de leeftijd van 10 (ongeveer vanaf basisschool groep 6) tot 14 jaar les in een doorlopende leerlijn. Zowel PO- als VO-docenten geven les op deze scholen. Leerlingen krijgen zo meer tijd om te ontdekken wat ze willen, kunnen en wat bij ze past. Het doel van 10-14 onderwijs is: beter aansluiten bij talenten, ontwikkelingsfase, onderwijsbehoeften en leerstijl van leerlingen.
Pas halverwege het vierde leerjaar, op hun veertiende dus, maken ze een keuze voor het vmbo, havo of vwo. Basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs werken samen om aan dit nieuwe onderwijsconcept invulling te geven.
Simon van Hasseltschool
De Simon van Hasseltschool in Groningen is één van die pilotscholen. In schooljaar 2017/2018 heeft de school 10-14-onderwijs ingevoerd. ‘Kom verder, ja we hebben een interview, maar ik moest ineens invallen’, zegt Jan Kuik, vestigingsleider. ‘Kom er maar bij zitten om te kijken.’ Hij begeleidt een groepje leerlingen dat het geraamte van een grote kubus in elkaar zet. ‘Veel van onze leerlingen hebben op de basisschool om één of andere reden een aversie tegen rekenen opgebouwd. Vandaar dat wij ons met rekenen bezighouden op een actieve, speelse manier. Zodat ze er weer plezier in krijgen.’
‘Goed’, zegt Jan tegen zijn leerlingen: ‘Hoeveel blokken passen hier nu in? Kunnen we hier met z’n vijven achter komen?’ Na wat geschuif, gepas en gemeet lukt het de leerlingen de berekening goed uit te voeren. De boel wordt weer uit elkaar gehaald en opgeruimd.
Jan vertelt dat, van alle 10-14-pilotscholen, de Simon van Hasseltschool een beetje een vreemde eend in de bijt is. ‘Al onze leerlingen hebben een OPP (Ontwikkelingsperspectief), een ondersteuningsbehoefte. Deze school is ontstaan uit een behoefte van de omringende basisscholen. Vaak zijn leerlingen, ergens tijdens de basisschoolperiode, op een dood spoor geraakt. Dat is niet per se de schuld van de basisschool, maar kan aan allerlei omstandigheden liggen. Vaak is het een opeenstapeling van ervaringen, waardoor de leerling de motivatie verliest en vastloopt. Hier kunnen weer gedragsproblemen uit ontstaan. Voor die leerlingen, die wel wat extra hulp kunnen gebruiken, zijn wij er.’
De jongste groep begint met één docent voor de klas, zoals ze op de basisschool gewend zijn. Langzaamaan wordt dit uitgebouwd tot meerdere docenten voor verschillende lessen. ‘We besteden we aandacht aan het wegwerken van achterstanden, het plezier krijgen in leren en het stimuleren van de motivatie. Het streven is dat ze op hun veertiende klaar zijn voor instroom in het derde jaar van het vmbo.’ (Bij de Simon van Hasseltschool is alleen doorstroom naar het vmbo mogelijk.)
Academie1014
Ook bij Academie1014 in Almere staat plezier in het leren voorop. De school is dit jaar gestart. ‘We hebben hier nu elf leerlingen op school zitten van verschillende leeftijden’, vertelt Marieke Kelder, regisseur Academie1014. ‘Zes van hen zijn afkomstig van het primair onderwijs en vijf van het voortgezet onderwijs. Voor deze kinderen komt de overstap naar het VO niet op het juiste moment. Niet alle kinderen hebben baat bij de onnatuurlijke knip die we in het Nederlandse onderwijssysteem hebben gezet.Bij de PO-leerlingen die het op de basisschool niet meer naar hun zin hadden, merken we nu al dat ze hier het plezier weer terugvinden. En de VO-leerlingen vinden de veilige setting fijn, zoals een vast lokaal en vast personeel.’ Er zijn twee vaste coaches, één vanuit het VO en één vanuit het PO. Die kun je vergelijken met de ‘vaste’ juf of meester op de basisschool. Verder zijn er verschillende vakexperts die bijvoorbeeld vakken als Engels, wiskunde, natuurkunde, muziek en gymnastiek geven.
De lesstof bij Academie1014 is thematisch opgezet, volgens leerdoelen die ook voor internationale scholen gelden. Dit heeft de pilotschool geïntegreerd met de leerdoelen van het SLO. ‘Voorbeeld: een thema als aanpassingsvermogen’, legt Marieke uit. ‘Dit thema komt in elk geval in alle lessen terug. Bij het vak geschiedenis leren ze over de periode van de wereldoorlogen en hoe mensen zich toen aanpasten. Bij het vak taal en literatuur lezen we een boek met dit thema en schrijven we een verhaal.’
Soms is het werk uitdagend. ‘Op Academie1014 zijn we iedere dag met de inhoud van ons onderwijs bezig; we ontwikkelen samen met coaches, experts en leerlingen. Nu zitten we nog met de hele groep in één ruimte, omdat er nog maar elf leerlingen zijn. Het is soms even puzzelen met differentiëren. Je wilt goed aansluiten met de lesstof op iedere leerling. Maar als we groeien en straks vier lokalen met leerlingen hebben, kunnen leerlingen op hetzelfde niveau, tijdens bijvoorbeeld een instructie, bij elkaar zitten.’
Het Ministerie van OCW monitort steeds de onderwijskwaliteit van de 10-14-scholen en wat de effecten en knelpunten zijn. Ook de mate van tevredenheid van leerlingen, ouders en leraren wordt meegenomen. Het eindrapport is in 2020 klaar.
Geef een reactie