‘Leerlingen bloeien op en zijn opener’

Leerlingen van het praktijkonderwijs en vmbo samen in één klas, sinds kort is het mogelijk. Dertig VO-scholen in Nederland doen sinds dit schooljaar mee aan een pilot: ze bieden een gemengde onderbouwklas praktijkonderwijs/vmbo aan. Eén van die scholen is CSG Liudger in Drachten.
Voor sommige leerlingen is bij de start in het voortgezet onderwijs niet direct duidelijk waar ze het beste tot hun recht komen: in het praktijkonderwijs of op het vmbo. Het ministerie van Onderwijs bedacht daarom deze pilot. Doel: meer maatwerk kunnen leveren voor deze leerlingen. VO-scholen konden zich ervoor inschrijven.
Arend Liebe, locatiedirecteur van CSG Liudger praktijkonderwijs: ‘Wij hoorden van deze mogelijkheid en waren direct enthousiast. We hadden al eerder nagedacht over hoe we leerlingen, die net tussen praktijkonderwijs en vmbo vallen, beter konden ondersteunen. Dit was net iets voor ons. We hebben ons dan ook direct aangemeld.’
Groen licht
En het Liudger kreeg groen licht. Inmiddels is de pilot – die twee jaar gaat duren – in augustus van start gegaan. De klas bestaat uit acht leerlingen. De twee locaties van het Liudger: De Ring (praktijkonderwijs) en Splitting (vmbo) werken samen om van de pilot een groot succes te maken. Het is dus een gezamenlijke pilot van praktijkonderwijs en vmbo. Het praktijkonderwijs neemt het voortouw, omdat de leerlingen daar de eerste twee jaren ingeschreven staan.
Arend: ‘De start ging niet helemaal zonder slag of stoot. Als je je hebt aangemeld voor de pilot, moet je wachten tot je een beschikking, oftewel toestemming, van het ministerie hebt gekregen. Die beschikking kwam vrij laat, pas in maart van dit jaar. Op dat moment hadden de basisscholen natuurlijk allang hun schooladvies gegeven. Zij hebben niet meer kunnen anticiperen op de mogelijkheid van de gemengde onderbouwklas.’ Vandaar dat de school, in samenwerking met de basisschool, de leerlingen heeft gescreend.
Er wordt breed gekeken, niet alleen naar IQ en cognitie, maar ook naar sociaal-emotionele aspecten: past deze manier van werken wel bij deze leerling? ‘We hopen dat volgend jaar de beschikking eerder komt. We hebben de basisscholen echt nodig om mee te bepalen of de pilot past bij de leerling.’ De leerlingen in de pilotgroep krijgen de kans toe te werken naar een vmbo-diploma. Doordat de groep klein is, is er veel tijd voor persoonlijke aandacht. En is de begeleiding intensief. De leerlingen beginnen ’s ochtends op het vmbo. Daar volgen ze de meer theoretische (examen)vakken, zoals biologie, Nederlands en wiskunde en Engels. Halverwege de ochtend vertrekken ze naar het praktijkonderwijs. Dit is in een ander gebouw, aan de overkant van de straat. Hier volgen ze de meer praktische vakken, zoals verzorging, koken, groen en LOB.
Opbloeiende leerlingen
Anna Kuperus, coach op het praktijkonderwijs. ‘Met de acht leerlingen gaat het goed. De leerlingen zijn ambitieus en willen door naar het vmbo. In het derde jaar kunnen ze daar eventueel instromen.
Van leerlingen en ouders horen we tot nu toe alleen maar enthousiaste verhalen’, vertelt ze. ‘Je merkt dat leerlingen helemaal opbloeien en veel opener zijn dan eerst. Dit horen we ook terug van de ouders. De ruimte en persoonlijke aandacht doet ze erg goed. Ook leerlingen die niet in deze klas zitten, hoor je weleens zeggen: “Zat ik maar in die klas”.’
Ook Anna zelf vindt het een fantastische ontwikkeling in haar werk. ‘Je kunt op deze manier veel meer uit de leerlingen halen. Er is genoeg tijd om over hun loopbaan te praten. Of om een motivatiegesprek met ze te voeren. Het is prettig dat daar ruimte voor is.’
Ook op het vmbo is er voor de leerlingen een aanspreekpersoon. Beide scholen hebben intensief contact met elkaar. Ze zijn precies van elkaars doen en laten op de hoogte.
De juiste koers
Afian Stornebrink, coördinator onderwijs en organisatie vertelt over het verdere verloop van dit traject. ‘We zijn natuurlijk nog maar net begonnen. Er is steeds overleg om te kijken hoe het gaat en wat er nodig is om ze zo goed mogelijk voor te bereiden op het vmbo. Een voorbeeld zou kunnen zijn dat de leerlingen een keer gaan meedraaien in een groep op het vmbo, om ze te laten ervaren dat op het vmbo de groepen groter zijn.
We kunnen pas echt evalueren als er twee jaar voorbij zijn. Dan heb je het hele proces een keer meegemaakt.’
Arend, tot besluit: ‘Ik denk dat we hiermee een goede koers zijn ingeslagen. Volgend jaar doen we zeker weer een aanvraag voor het verlengen van de pilot. We weten nu al dat we dan graag weer een onderbouwklas praktijkonderwijs/vmbo groep laten starten.’
Geïnterviewden:
Arend Liebe – locatiedirecteur
Anna Kuperus – docent/coach
Afian Stornebrink – coördinator onderwijs en organisatie
Geef een reactie