Schooljaar 2015-2016 is voor de meesten van jullie net begonnen. Voor velen is dit het laatste jaar waarin leerlingen in klas drie starten met de oude examenprogramma’s. Volgend schooljaar worden immers de nieuwe beroepsgerichte profielen op het vmbo ingevoerd. In het kader van deze vernieuwing heeft KPC Groep in opdracht van de regiegroep Vernieuwing vmbo en Ministerie van OCW tussen half april en begin mei een nulmeting uitgevoerd. Deze nulmeting moet nagaan of vmbo-scholen klaar zijn voor de invoering van de nieuwe beroepsgerichte programma’s. Hieronder de meest opvallende resultaten uit de nulmeting.
Respondenten
- In totaal deden 1028 personen mee aan de nulmeting.
- Bijna 55% (562 personen) is docent van een beroepsgericht vak.
- Ongeveer 17% (173 personen) is direct leidinggevende.
- Bijna 14% (142 personen) is schoolleider.
- De overige respondenten zijn avo-docent (39 personen) of bestuurder (5 personen). 107 personen hebben functie die valt in de categorie overig.
Wie gaan er starten?
Uit de nulmeting blijkt dat 82% van de respondenten verwachten dat de school in schooljaar 2016-2017, al dan niet vrijwillig, start met de nieuwe profielen. 78% van de scholen weet al welke profielen er aangeboden zullen gaan worden. 50% heeft ook de keuze voor de keuzevakken al gemaakt. De projectleiding geeft aan positief tegenover deze percentages te staan. Sommige pilotscholen, zo zeggen ze, zijn immers nog maar net gestart (MVI, DP en Groen) en, zo wordt in de samenvatting van de nulmeting gesteld, scholen hoeven pas op 1 augustus 2016 invulling te geven aan de profielen.
Ik vind de genoemde percentages ook positief, maar plaats als kanttekening daarbij wel dat een school in mijn ogen minimaal een jaar voorbereiding nodig heeft. De vlieger ‘de invulling van de profielen hoeft pas op 1 augustus bekend te zijn’ gaat in mijn ogen dan ook niet geheel op. Je moet van tevoren wel weten wat je aan wilt gaan bieden, want niet alleen je onderwijs moet je inkleuren, maar ook je rooster.
Hoe moet dat met het rooster?
Juist dat rooster kan volgens scholen nog wel eens een probleem worden. Meer dan 70% van de respondenten noemt de organiseerbaarheid van de nieuwe beroepsgerichte programma’s als aandachtspunt. Door bezoeken aan scholen in het land weet ik dat scholen met name worstelen met de hoeveelheid keuzevrijheid die een leerling krijgt. Scholen willen leerlingen wel verschillende opties aanbieden, maar krijgen dit roostertechnisch moeilijk rond.
Een oplossing voor het maken van het rooster, ligt met name in een goede samenwerking tussen verschillende afdelingen. Wanneer alle afdelingen gelijke uren aanbieden voor de profiel- en keuzevakken, is uitwisseling van leerlingen een stuk makkelijker. Elke afdeling werkt met blokuren op hetzelfde moment. Het maakt dan niet uit op welke afdeling de leerling deze uren volgt. Om het organisatorisch nog makkelijker te maken, kan elke afdeling werken met hetzelfde lesmateriaal. De leerlingen ronden dan allemaal in dezelfde tijd en volgens dezelfde didactiek een profiel- of keuzevak af.
Om ruimtes en docenten optimaal in te zetten, kun je het klassenidee loslaten. Een optie is uren te roosteren naar praktijklokalen. In het praktijklokaal kunnen op hetzelfde moment bijvoorbeeld twee of meer keuzevakken aangeboden worden. De docent is de ‘coach’. Hij begeleidt daar waar nodig.
Hoewel er dus wel mogelijkheden zijn om de nieuwe beroepsgerichte programma’s organiseerbaar te krijgen, blijft het een puzzel die niet zomaar gelegd is.
Overige aandachtspunten
Andere aandachtspunten die genoemd worden in de resultaten van de nulmeting zijn:
- Bijscholing docenten (wie verzorgt wat?)
- Beschikbaarheid lesmateriaal (uitgevers wachten tot inhoud programma’s redelijk definitief is, hierdoor laat lesmateriaal voor sommige profielen en keuzevakken op zich wachten)
- Vormgeving LOB
- Inventaris (wie betaalt als ik extra inventaris nodig heb?).
Voor wat betreft lesmateriaal en invulling LOB, preek ik hier graag even voor eigen parochie. Kijk eens op www.edu4all.nl. Deze lesmethode biedt lesmateriaal voor LOB (leerjaar 1 tot en met 4) en de nieuwe beroepsgerichte profielen.
Samenwerking mbo en bedrijfsleven laat te wensen over
Wat mij verder erg opvalt in de resultaten is dat de samenwerking met zowel het mbo als het bedrijfsleven te wensen over laten. Schoolleiders en bestuurders zijn positiever over deze samenwerking dan docenten. Willen we dat leerlingen soepel doorstromen naar een passende vervolgopleiding en loopbaanhandig worden gemaakt voor de arbeidsmarkt, dan moet de samenwerking met deze twee partijen hoger op de agenda worden gezet. Lastig in deze is dat afspraken vaak op persoonlijke titel gemaakt worden en geen structureel karakter kennen. In deze relaties moet daarom voortdurend actief geïnvesteerd worden.
De samenvatting van de nulmeting is te vinden op de website van Platforms vmbo. De resultaten zijn ook visueel weergegeven in een infosheet.
Wil je naar aanleiding van de resultaten van deze nulmeting of de inhoud van deze blog iets delen? Heb je bijvoorbeeld ideeën over het organiseerbaar maken van de nieuwe programma’s? Laat dan hieronder je reactie achter. Samen maken we immers werk van onderwijs.
Geef een antwoord