Het vmbo is hot. Tenminste, vanuit nieuwsperspectief gezien. Vorige week vertelde staatssecretaris Dekker over de vernieuwingen van de beroepsgerichte programma’s in het vmbo (voor de allerlaatste nieuwtjes, check de website van Vernieuwing vmbo). Hoewel wij hiervan natuurlijk al veel langer op de hoogte zijn, werd dit ‘nieuws’ door alle landelijke media opgepikt. Daarnaast bestaat het vmbo 15 jaar, wat groots onder de aandacht wordt gebracht door Stichting Platforms Vmbo (SPV) met de campagne ‘Vmbo 15 jaar Durf te dromen‘. Zowel in het verhaal van Dekker als dat van SPV staat het veranderen van het beeld dat mensen hebben van het vmbo centraal. Het moet zeg maar ook ‘hot’ worden bij ouders en leerlingen. Een goed streven, want op het vmbo wordt prachtig onderwijs gegeven en worden fantastische resultaten neergezet. Maar zonder dat we het denk ik door hebben, zijn we zelf ook schuldig aan het beeld dat ouders en leerlingen nu soms van het vmbo hebben.
‘Ook als vmbo-er kun je ver komen hoor!’
Waardering voor vakmanschap
Ik weet zeker dat niemand bij de hierboven beschreven situaties het beeld wilde schetsen: ‘ook vmbo-ers kunnen toppers worden in het bedrijfsleven’. Maar toch klonk die boodschap er, volgens mij, wel een beetje in door. Net alsof we ouders en leerlingen gerust willen stellen, dat je ook met een vmbo-diploma in de ogen van de maatschappij succesvol kunt worden. Gek eigenlijk dat wij managers, directeuren en andere hoge functionarissen als succesvol bestempelen. Want, zoals Paul Rosemöller terecht stelt in zijn droom voor het vmbo:
‘Als je onverwacht thuis lekkage hebt, wil je dat doe snel en vakkundig wordt verholpen. Als de auto voor een beurt naar de garage moet, hebben we het liefst volledig vertrouwen in de monteur omdat wij er zelf niets van snappen. Als je uit eten gaat, wil je goede kwaliteit voor een redelijke prijs in een gezellig restaurant met prettige bediening. Als je je huis laat schilderen, verbouwen of isoleren, verwacht je vakwerk van een bij voorkeur ook nog eens aardige vakman. En als je ouders in een verpleeghuis zitten, is niets zo prettig als een betrokken, kundige en lieve zuster. Al deze mensen van wie we zoveel verlangen, hebben hun eerste beroepservarong opgedaan op het vmbo. Mijn droom is dat we na 15 jaar het vmbo de waardering geven die het verdient. Dat leerlingen niet naar het vmbo moeten omdat ze niet anders kunnen, maar dat we trots zijn dat ze naar het vmbo gaan omdat we hun aanstaande vakmanschap zo waarden en er zo afhankelijk van zijn in ons dagelijkse leven.’
Geef een antwoord