De Inspectie van het Onderwijs publiceerde deze week weer haar Onderwijsverslag. Een van de knelpunten die de Inspectie signaleert, is het gebrek aan motivatie van de leerlingen in vergelijking tot de landen om ons heen. Dat vinden overigens niet alleen de docenten maar ook de leerlingen zelf ‘Een lage motivatie zien we vaak wanneer een les niet aansluit bij het niveau en de interesses van de studenten’, aldus het verslag. Dat is niets nieuws. Dat weten we allang.
Differentiëren
Neem aansluiten bij het niveau van de leerlingen: zodra iets te makkelijk of te moeilijk is, haken leerlingen af. Vygotskys zone van naaste ontwikkeling is voor de meesten van ons in dit verband een bekend en erkend concept. Dit impliceert dat we ons onderwijs goed moeten differentiëren. In het basisonderwijs doen we dat allang maar in het voortgezet onderwijs en mbo doen we dat om de een of andere reden veel minder. Merkwaardig eigenlijk. Vandaar ook dat de Inspectie in 2012 moest concluderen dat veel docenten de complexere vaardigheden onvoldoende beheersen.
Realistische contexten
Aansluiten bij de interesses van de leerlingen is echter een ander verhaal. Je hebt nu eenmaal te maken met een curriculum en exameneisen. Daar helpt geen moedertjelief aan. De stof staat van staatswege vast. En ja, daar zitten ook onderdelen in waar je als leraar nauwelijks de handen voor op elkaar krijgt, hoe goed en creatief je ook bent. Al helemaal niet in de vakkenstructuur waarin we veelal ons onderwijs gegoten hebben. Daarom experimenteert Finland met geheel thematisch onderwijs. De vakkenstructuur wordt losgelaten om te voorkomen dat de leerlingen de aloude vraag blijven stellen: ‘Waarom moet ik dit leren, ik heb er later toch niets aan?’ Het onderwijs wordt ingericht rond een ‘fenomeen’, bijvoorbeeld de Europese Unie. Zo ervaren ze nut en noodzaak van talenkennis, aardrijkskunde, geschiedenis en politiek. Het idee is dat in 2020 geheel uitgerold te hebben. Is dit zo nieuw? Niet echt. In Nederland hebben we bijvoorbeeld in het vmbo om die reden voor het beroepsgerichte deel de werkplekkenstructuur bedacht die de stof in realistische contexten (werkplekken) aanbiedt. Weg met de oude vakken. En zeker niet zonder succes. Wel nieuw is dat de Finse overheid hier vol voor wil gaan en het hele onderwijs thematisch wil gaan inrichten. In Nederland zou hiertegen onmiddellijk de vrijheid van onderwijs in stelling worden gebracht. De overheid mag zich immers alleen met het wat bemoeien, niet met het hoe. Weinig kans dus, vermoed ik.
Toekomstgericht curriculum
Dit laat echter onverlet dat aanbieden van de stof in een zinvol en samenhangend verband veel doet voor de motivatie van de leerlingen. Het zorgt er ook voor dat we kritisch naar de stof kunnen kijken. Zijn alle onderdelen van het curriculum nog wel even relevant voor de toekomst waarop we onze leerlingen voorbereiden? Of leiden we onze jeugd op voor een wereld die eigenlijk al niet meer bestaat? Ken Robinson denkt daar zo over. En niet alleen hij. Staatssecretaris Dekker heeft niet voor niets de dialoog Ons onderwijs 2032 geopend. Welke vaardigheden hebben onze leerlingen nodig in een wereld die in sneltreinvaart verandert? Het tempo daarvan ligt ongekend hoog. Hoeveel schrijft u nog met de hand? Moeten we bijvoorbeeld in ons schrijfonderwijs niet veel meer aandacht aan typevaardigheid schenken? Of praten we straks alleen nog maar tegen onze apparaten en doen die de rest? Gaat het niet veel meer om leren samenwerken, leren met behulp van ict, creatief en probleemoplossend denken, om planmatig werken? Kortom: om de zogenaamde 21st century skills?
Samenwerken
‘Bij lessen waar studenten gestructureerd samenwerken, is de betrokkenheid groot’, constateert de Inspectie daarnaast. Dat hoeft niet te verbazen. Mensen zijn ten diepste sociale wezens en leren is nu eenmaal een sociaal proces. Ergens bij horen, verbonden zijn met anderen behoort tot de basisbehoeften van ieder mens. Samenwerken geeft veel voldoening en verhoogt de motivatie. Het leidt tot prachtige resultaten die het bereik van het individu overstijgen. Tegelijkertijd is goed samenwerken nog zo simpel niet. Al gauw speelt er onderhuids van alles mee. En dat leidt vaak tot machtspelletjes, pesterij en ander ongerief die zo vaak teams verlammen en zelfs beschadigen. Des te meer reden om samenwerken de plek te geven die het in 21st century skills nu krijgt. Een collega wees me op een fascinerende en verassende Tedtalk die Tom Wujec in 2010 gaf over een teambuildingsoefening met spaghetti, tape en een marshmallow. Bij voorbaat verplichte stof als u het over samenwerken mocht gaan hebben, zou ik zeggen. Ook in de klas.
Afbeelding: Pixabay.com
Geef een reactie