Een veel gehoorde zin tijdens vergaderingen in het onderwijs is: “We moeten met zijn allen wel één lijn trekken.” Alsof we allemaal hetzelfde zijn. Alsof het mogelijk is dat we allemaal op dezelfde manier lesgeven. Alsof er maar één mogelijke weg was om gestalte te geven aan de visie van de school.
Dan keek ik om me heen en dan zag ik Karin zitten, de extravagante hyperactieve juf die het vak Frans gaf op een manier die zo vreemd was voor leerlingen dat zelfs de moeilijkste klassen zich overgaven met een houding van “het-heeft-geen-zin-om-haar-gek-te-maken-want-ze-is-het-al”. Er zijn toch weinig klassen op een vmbo school die Frans een leuk vak vinden, maar Karin fladderde door de klas als een soort opgedraaide Edith Piaf, en zelfs de lompste leerling smulde ervan.
Naast Karin zat Hans, schoolleider en nog 4 uur wiskunde. Hans stond bekend als de strengste leraar van de school. Vraag niet hoe hij het deed, maar bij hem in de klas was het sowieso altijd doodstil, leerlingen luisterden, werkten, bleven na de bel wachten op het knikje van Hans, en liepen dan zwijgend het lokaal uit. En pas een minuut of 10 erna durfde de eerste leerling pas iets te zeggen. Het was een typisch geval van een soort charisma dat mij totaal vreemd was.
Iets verder zat Jeroen, beetje schichtige leraar economie. Zijn probleem was dat hij –als hij kwaad werd- direct rode vlekken in zijn nek kreeg en volgens leerlingen werd het puntje van zijn neus dan wit. Hij wist alles van economie en erg weinig van orde houden. Maar als je hem voorlopig de minst moeilijke klassen gaf ging het prima.
Marjan, begin 30 en heel mooi, geeft Nederlands en leidt de toneelgroep op school. Zij functioneert het best als er, zoals zij het noemt, “een beetje leven is in de klas”. Je moet niet raar op staan te kijken als je langs haar lokaal loopt dat er een rechtszaak wordt nagespeeld met als verdachte iemand die altijd “groter als” i.p.v. “groter dan” zegt en vervolgd wordt wegens taalverkrachting.
Naast mij zat mijn vriend en sectiegenoot Johan. Wij houden allebei geweldig van ons vak LO. Johan is van meten en getallen. Aan de hand van het schoolwerkplan heeft hij voor elke leerling een enorme rij cijfers voor alle onderdelen die ze hebben gehad. Ik heb van elke leerling een bladzijde met beschrijvingen van indrukken die ik van ze heb en aantekeningen van gesprekken. We hebben een keer dezelfde klas allebei een maand les gegeven en ik kan iedereen verzekeren dat we uiteindelijk, los van elkaar, op precies dezelfde beoordeling uitkwamen.
En zo kan ik nog veel meer mensen uit de vergadering beschrijven.
(Ik doe het graag, dus laat maar weten als je er meer van wilt horen)
Waar het om gaat is: hoe kun je van deze mensen verwachten dat ze allemaal op één lijn komen? En natuurlijk, het is wel de bedoeling dat iedereen de visie van de school als uitgangspunt neemt. En ja, over de praktische dingen als op tijd zijn en geen telefoontjes tijdens de les daar kunnen we het wel over eens worden. Maar verder ben je als docententeam niet alleen “allemaal in het algemeen” maar ook “iedereen in het bijzonder”
Niet alleen leerlingen zijn allemaal anders. Juffen en meesters ook.
En dat mag.
Het mooie voor leerlingen is dat ze les krijgen van iemand die volledig zichzelf mag zijn en dat ze door alle verschillende lesgevers een breed scala van diverse rolmodellen aangeboden krijgen. Kunnen ze kiezen.
En op welke manier dan ook. Als je veel van je vak en van je leerlingen houdt en elke dag bereid bent om ook iets van anderen te leren, dan is vrijwel elke lijn die volgt prima.
PS
Ik kwam laatst in het Dolfinarium in gesprek met een dolfijnentrainer.
Ik vroeg hem hoe hij die dolfijnen zulke ongelofelijk ingewikkelde trucs kon leren. Waarop hij uitlegde dat ze dat deden door nooit te straffen en altijd alleen het gewenste gedrag te belonen.
Ik zei: “Dus dan krijgen ze een vis?
Nu komt het…
Dat was dus niet zo. Het zat veel genuanceerder in elkaar. Want, zo legde hij uit, elke dolfijn heeft zijn eigen beloning. De één wil inderdaad een vis, maar een ander wil als beloning even spelen met een bal. Weer een ander wil een aai over zijn neus of applaus, of twee minuten vrij zwemmen met twee anderen.
Ik zeg: “Jullie trekken dus niet 1 lijn?”
Hij zegt: “Nou wel in dat we niet straffen, maar niet in de manier van belonen.”
Helemaal mee eens! Het gaat erom dát leraren en leerlingen doelen bereiken. De ene leraar/leerling doet dit snel, de ander met een omweg.
Vreselijk als directeuren en leraren het ‘hoe-bereik-je-die-doelen’ voor leraren en leerlingen meteen gaan invullen.