Jongeren die een sociaaleconomische achterstand hebben lukt het niet altijd om een goede start te maken op de arbeidsmarkt. Ondanks dat ze dezelfde talenten hebben schoppen jongeren het minder ver als hun ouders lager opgeleid zijn, in een slechtere wijk wonen of minder verdienen. Non-profit organisatie JINC wil hier iets aan doen en gaat jongeren helpen op weg naar een goede start op de arbeidsmarkt.
Daniël Roos, directeur JINC: “Cijfers laten zien dat bijvoorbeeld in Amsterdam, de welvaart binnen de ring toeneemt en buiten de ring stagneert. Ook op indicatoren als onderwijsniveau en werkloosheid is deze trend duidelijker zichtbaar. Daarnaast worden buurten steeds homogener. Rijk bij rijk, arm bij arm. Ook komen kinderen van het vmbo en havo/vwo elkaar nauwelijks meer tegen door het verdwijnen van brede scholengemeenschappen.”
JINC wil investeren in de groep jongeren op weg naar de arbeidsmarkt om zo hun kansen op werk te vergroten. Daarom organiseert JINC op donderdag 26 januari ‘Baas van morgen’. 200 leerlingen die opgroeien in een omgeving met sociaaleconomische achterstand nemen dan voor één dag het roer over bij succesvolle organisaties in Nederland. Met deze ‘superbliksemstage’ willen JINC en alle deelnemende bedrijven, laten zien hoe belangrijk het is om te investeren in ál het talent van morgen. De jongeren lopen onder meer stage bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker, Albert Heijn en Transavia.
“Ik kijk ernaar uit om het stokje voor een dag over te dragen. Het is van groot belang om het perspectief van deze kinderen te verbreden en hen een kijkje te geven in een wereld die ze van huis uit niet of nauwelijks kennen”, vertelt Dirk Neelis (CFO, Transavia).
Geef een reactie