Waarom is het keuzedeel Persoonlijk profileren een must voor elk roc? Wat maakt dit keuzedeel zo bijzonder en belangrijk? Waarom moet het eigenlijk standaard in elk kwalificatiedossier worden opgenomen? Waarom overstijgt dit keuzedeel Ondernemend gedrag en LOB? Vragen waarop René en Ivonne antwoord geven in dit interview.
Is het niet een algemeen probleem in veel regio’s dat jonge mensen zich minder goed kunnen uiten?
René: ‘Hier had je een dubbele beperking: én uit een gebied komen dat niet als flitsend te boek staat én met je opleidingsniveau binnen een groep vallen die niet snel in de spotlights staat. 60% van de gekwalificeerde medewerkers in de maatschappij komt uit het Mbo. Als je dit wegdenkt uit de maatschappij komt de hele beroepsmachine NL stil te staan. Mbo’ers krijgen echter niet altijd de waardering voor het werk dat zij leveren. Dus én trots zijn om een ‘Achterhoeker te zijn’ én trots zijn om mbo’er te zijn én trots zijn om vakman te zijn én trots zijn om met je handen te werken.’
Ivonne vult René aan: ‘Dit past ook helemaal in de ontwikkeling die internationaal te zien is; scholing en naar school gaan draait niet langer alleen om het vak leren zelf. Persoonlijke vorming en een leven lang leren zijn even belangrijke thema’s. Bovendien zijn veel beroepen inhoudelijk zo snel aan verandering onderhevig, dat het vak wat je nu leert over 4 tot 5 jaar sterk verandert of er misschien niet meer is. Het wordt dus belangrijker dat je over een set van persoonlijke vaardigheden beschikt waarmee je jezelf niet alleen durft te laten zien, maar waarvan je ook van jezelf weet: dit ben ik, dit kan ik en hier sta ik voor. Hier help ik de wereld verder mee, dit draag ik bi Ik noem dat de duurzame kant van jezelf. Daar heb je op de lange termijn veel aan.’ René vult aan: ‘De vakman of vakvrouw heeft naast vakinhoudelijke kennis ook te maken met zaken zoals presenteren, klantbenadering en service verlenen, daar moet je ook in opgeleid worden, dat vraagt om hele andere (persoonlijke) kwaliteiten.’
Zou dit kunnen betekenen dat de toekomst voor een roc steeds lastiger wordt omdat bedrijven dit ook signaleren? Het bedrijfsleven ervaart dat vakkennis eigenlijk iets is wat zij a la minute wel zelf kunnen aanleren. De rol van een roc wordt misschien wel veel meer die van het aanleren van soft skills. Zien jullie daardoor een negatief toekomstbeeld voor roc’s als beroepsbroedplaats ontstaan?
René reageert passievol: ‘Nee, integendeel. Wat je ziet is dat in de vorming van jongeren, om zo goed mogelijk te kunnen functioneren in de praktijk, de taak van een roc alleen maar ongelofelijk toeneemt. Sterker nog, dat geldt niet alleen voor jonge schoolverlaters. Ook mensen die al jaren geleden de school hebben verlaten en moeite hebben om optimaal te functioneren worden naar ons toegestuurd met de vraag ‘kun je helpen om daar nieuwe moderne medewerkers van te maken’. Brede competentieontwikkeling is voor nu en de komende jaren het sleutelwoord. Ruim tien jaar geleden is geprobeerd met de invoering van het competentiegericht onderwijs dit te borgen in de onderwijsprogramma’s. Dat is toen faliekant mislukt.’
Waarom is dat toen mislukt?
‘De presentatie was niet goed. Het verhaal is toen verkeerd verteld. De leraar wordt coach! Boeken zijn niet meer nodig! Vakkennis veroudert toch! De hele industrie viel hier overheen. Het verhaal is nu veel slimmer verteld. Ik verwacht dat er op termijn geen mbo-opleiding meer zal zijn waar het keuzedeel Persoonlijk profileren niet aan het programma is toegevoegd’. ‘Het is steevast mijn mening’, zegt Ivonne ‘dat het thuishoort in elk kwalificatiedossier. Met jonge en oudere deelnemers op zoek gaan naar de duurzame kant van jezelf. Hoe de arbeidsmarkt zich ook ontwikkelt. Als je maar werk doet wat dicht bij je hart en ziel ligt. Dan zal je altijd succesvol zijn. Misschien niet in hetzelfde vak dat je deed of waarvoor je was opgeleid, maar wel aanpalend. Deze verandering zie je in het hele onderwijssysteem. Onderwijs moet weer gaan waar het over moet gaan en dat is de vorming van personen. Vakkennis en –vaardigheden moet je uiteraard niet wegdoen, maar wat centraal moet staan is wie jij bent, jij als persoon. Daar gaat Persoonlijk profileren in de kern over.
Er is enige verwarring in het land of dit keuzedeel geen LOB is. Waarom is dit geen LOB?
René: ‘LOB gaat heel erg over welk loopbaanpad je kunt kiezen. Als beiden al met elkaar te maken hebben zie ik LOB als een onderdeel van Persoonlijk profileren. Dit keuzedeel is veel breder. Het gaat niet alleen om je loopbaanpad leren kiezen, maar vooral ook om te leren een visie te ontwikkelen dat je voortdurend in ontwikkeling moet blijven om de veranderingen in de maatschappij het hoofd te kunnen bieden. Vakkennis verandert snel, maar je moet attent blijven op hoe het verandert en dat je in die veranderingen mee kan gaan als persoon. Het zit veel meer op persoonlijke vorming.’
Persoonlijk profileren zou ook voor het vmbo en hbo een kans van slagen kunnen hebben. Persoonlijk profileren is iets algemeens wat breed in de beroepsonderwijswereld zou moeten worden ingezet. Is het allemaal te arbeidgeoriënteerd wat we op dit moment doen binnen het beroepsonderwijs?
Ivonne: ‘Ja dat vind ik zeker. In de herziene kwalificatiestructuur bijvoorbeeld, hoe goed of slecht die ook is, zie je als je alle kwalificatiedossiers bekijkt, dat de component persoonlijke vorming er nagenoeg uit is verdwenen. Slechts bij een aantal komt het terug omdat het standaard bij het beroep hoort. Persoonlijk profileren dekt voor mij eigenlijk een gat in de kwalificatiedossiers. Die zijn zo sterk arbeidgeoriënteerd dat ze door die sterke georiënteerdheid op kerntaken en werkprocessen vergeten dat wat daar boven uit stijgt. Dat is ‘wie je bent.’ René: ‘Voor niveau 2 Zorg, verwachten de Zorginstellingen dat jonge mensen behalve vakkennis ook begrip hebben voor mensen die in een Zorginstelling wonen. Dat ze daar een gesprek mee kunnen voeren, dat ze aardig gevonden kunnen worden, maar ook initiatief durven te tonen. Dat ze daarnaast werk zien liggen, met hun collega’s en een conflict om kunnen gaan en teleurstellingen kunnen verwerken. En tot slot dat ze niet drie dagen ziek zijn van een feedbackgesprek.’
Je zou ook kunnen zeggen dat dit algemene levens- en arbeidsvaardigheden zijn: hoe gedraag je je in gezelschap
René: ‘Als je die uitgebreide basisvaardigheden en inzichten hebt en je kan ook een vak uitoefenen wat bij je past, dan ben je er. Dan heb je een compleet levenspakket en kan je overal slagen zonder op je 50ste allerlei coaching-trajecten te moeten gaan volgen om jezelf weer happy te voelen.’
Wat zouden jullie als advies willen meegeven aan roc’s die dit keuzedeel willen invoeren?
René: ‘Het is belangrijk dat je vanuit de hoogste organen binnen het onderwijsinstituut een visie hebt, en dat ook wegzet in je instituut, met betrekking tot Persoonlijk profileren en met name wat persoonlijke vaardigheden in het leven van een student betekenen. Daarnaast moeten alle misverstanden tussen LOB en Persoonlijk profileren worden weggenomen. We moeten verder niet in dezelfde val trappen als met het competentiegericht onderwijs. Dat is dat je dit keuzedeel zoveel aandacht geeft en naar de voorgrond schuift dat je je eigen tegenkrachten oproept. Bedrijven en mensen die heel erg de arbeidsmarkt benadrukken zeggen dan: dit is verloren tijd en moet je niet aan beginnen. Zoek naar de juiste balans. Als laatste is het belangrijk om hier interessante onderwijsvormen bij te bedenken, waardoor dit onderdeel de wow-factor krijgt bij zowel studenten als docenten.’
Ivonne: ‘Ik reken erop dat door het doorlopen van het keuzedeel Persoonlijk profileren je ook werknemers krijgt die gaan bedenken: misschien moet ik een ander beroep kiezen, want dat past veel beter bij mij. Uiteindelijk krijgt de arbeidsmarkt door dit keuzedeel betere vakmensen. Mensen die in dat vak ook echt op hun plek zijn, omdat het van nature bij hun past.’
René: ‘Wat nu heel erg speelt is de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Het beeld van baanzekerheid door vaste benoeming: forget it. Dat komt nooit meer terug. Wat je moet hebben is werkzekerheid. Die werkzekerheid zit niet aan het bedrijf waar je werkt vast, maar zit aan jou als persoon vast. Je moet als persoon zelf zorgen dat je zo interessant bent voor de arbeidsmarkt, dat je in de positie bent om zelf te kunnen stoppen en zo weer een andere betrekking vindt. Ik ken jonge mensen die dit ook gewoon doen. De macht bij de werknemer leggen, deze overtuigen van zijn eigen kundigheid dan komt hij er gewoon.’
Ivonne: ‘Een bijkomend aspect wat dit keuzedeel heel erg interessant maakt is de rol voor de docent. Ik kom veel docenten tegen die ongelukkig zijn in hun werk. Hoge werkdruk en hoge prestatiedrang. Ik denk dat waar Persoonlijk profileren in de kern over gaat ook is dat een docent weer mag zijn waarvoor hij voor dit vak heeft gekozen. Veel docenten kiezen voor het onderwijs omdat ze graag hun kennis overbrengen, maar vooral omdat ze jonge mensen verder willen brengen in het leven.’
René: ‘Als studenten enthousiast zijn over hun docent is dat meestal niet om hun vakkennis, maar altijd om de relatie die zij met de studenten hebben ontwikkeld. Dingen die ze soms in een les, in de pauze, tijdens een buitenschoolse activiteit hebben meegemaakt zijn van cruciaal belang in de relatie student/docent. Docenten kunnen heel sturend zijn in het leven van jonge mensen. Kinderen komen niet naar school omdat ze hunkeren naar kennis, ze hunkeren naar ontmoetingen en relaties met klasgenoten en docenten. Ik zeg daarom altijd: een les is geslaagd als het een event is of als het beleefd wordt als een event.’
Ivonne zegt tot slot daarover: ‘Persoonlijk profileren biedt eigenlijk een gelegenheid voor docenten om juist dat weer te doen waar ze eigenlijk voor hebben gekozen. 240 SBU waar je gelegitimeerd met datgene mag bezig zijn wat eigenlijk de kern van je vak is. Naast vakkennis overbrengen zorgen dat de jongeren een stapje verder komen in hun leven. De kern van ons nieuwe succesvolle onderwijs wordt het bieden van een plek waar jij een beter mens wordt. Met daarbij een docent die zelf gepassioneerd is in zijn vak. Het Keuzedeel Persoonlijk profileren heeft een potentie wat zou moeten indalen in de reguliere kwalificatiestructuur. Door de focus op kerntaken en werkprocessen zijn we dat stukje niet zozeer vergeten, maar het is buiten beeld geraakt. De functie van dit nieuwe keuzedeel is om weer te laten zien dat onderwijs niet alleen daar ook over gaat maar daar vooral over moet gaan. Zeker naar de toekomst toe.’
Geef een reactie