We spreken met Giel Hanraets: onderwijskundige, projectleider, sneldenker en iemand die geen blad voor de mond neemt. De afgelopen jaren is hij betrokken geweest bij het inrichten van de brede opleidingen van ROC Midden Nederland en het Graafschap College.
Per 1 oktober wordt hij manager onderwijs, kwaliteitszorg & communicatie bij SVO. Giel spreekt met hetzelfde gemak met de minister over strategische onderwijs issues als dat hij een docent helpt om met eenvoudige middelen een les beter te maken. Een artikel met een paar prikkelende uitspraken.
Het belangrijkste volgens Giel in de discussie over breed opleiden, in het economisch domein op niveau 4, is dat er snel een breed KD moet komen. Hij licht ook toe waarom. Het gaat met name om het profiel van de studenten. Studenten die kiezen voor een niveau 4 opleiding in het economisch domein hebben bepaalde kenmerken:
- Bijna iedereen heeft de ambitie om door te stromen naar het hbo en van de studenten die een diploma halen doet 80% dat ook daadwerkelijk
- Ze hebben een diffuus beroepsbeeld
- Het beroepenveld verandert heel snel
Dan heb je aan relatief smal opgeleide mensen die niet wendbaar zijn op de arbeidsmarkt niet zo heel veel. En dan iets wat opvalt. De leerdoelen worden net als overal in het mbo bepaalt door SBB en het bedrijfsleven. Het zou in deze situatie, waarin veel van de studenten hbo-ambities hebben, heel logisch zijn dat ook hbo’s betrokken worden bij de leerdoelen. Praat met elkaar over de vraag: wat moeten we mensen leren om ze succesvol te laten zijn in het hbo?
Een fragmentarische aanpak lost het probleem niet op
Het mbo is traditioneel fragmentarisch georganiseerd. We zijn veel te veel bezig om vanuit een beroep te redeneren naar een opleiding. Terwijl we zien dat de beroepen heel snel veranderen. Waarom denken we niet na over het grote geheel? Waarom denken we niet na over een wendbare professional die in 2025 op de arbeidsmarkt komt. Als je ziet dat het beroep verandert dan moet je mensen daarop voorbereiden. Als je ziet dat 80% van de afgestudeerden naar het hbo doorstroomt dan moet je ze daarop voorbereiden. Maak gebruik van de kracht van het collectief, durf los te laten en samen te werken. Durf vooruit te kijken en na te denken over wat er in de toekomst gevraagd wordt in plaats van alleen maar te reageren op de arbeidsmarkt zoals die nu is.
Hoe voorkomen we dat we geen havo worden als we breed gaan opleiden?
Het wezenlijke verschil tussen het algemeen vormend onderwijs en het beroepsonderwijs is de praktijkcomponent. Deze component is van wezenlijk belang. Je moet onze studenten veel dingen laten doen, dat past ook bij het mbo. Maar… daar waar mbo-studenten goed zijn op handelingsniveau ontbreekt het vaak aan wezenlijk zaken die wel van belang zijn als je door wilt stromen naar het hbo. Denk hierbij aan analytisch en abstract kunnen denken. Waar mbo’ers een voorsprong hebben als ze naar het hbo gaan omdat ze al dingen bij bedrijven hebben gedaan hebben ze een achterstand als het gaat om complexe teksten lezen, rapporteren, analytische vaardigheden, rekenen en wiskunde en statistiek. Mijn droomopleiding zou zijn als we in staat zouden zijn om in dat brede KD the best of both worlds aan te bieden. Je zou dan bijvoorbeeld met keuzedelen kunnen kijken of je de studenten die naar het hbo willen gaan zou kunnen onderwijzen in juist de kennis en vaardigheden die daarvoor van belang zijn. Idealiter zou je daar ook een deeldiploma van de havo aan koppelen bijvoorbeeld voor wiskunde. En voor de mensen die gelijk naar de arbeidsmarkt willen die zou je kunnen laten verdiepen in het beroep. Dan doe je het meeste recht aan dat wat de student wil en ook doe je het meest recht aan dat waar de arbeidsmarkt om vraagt.
Wat is nu eigenlijk de grootse uitdaging voor een mbo die graag wil starten met breed opleiden in het economisch domein?
Het allermoeilijkste is dat je afscheid moet nemen van wat je hebt en dat je moet kunnen leven met het feit dat je nog niet precies weet hoe de nieuwe opleiding eruit gaat zien. Je moet vanuit een visie met vertrouwen bouwen aan iets nieuws. Je hebt een houding nodig waarin je accepteert dat de parameters voor het onderwijs in 2022 nog niet helemaal helder zijn. Maar dat je toch gaat bouwen. In het beste geval krijg je onderwijsinnovatie van de commerciële jongens en de onderwijsborging van de financiële. In het slechtste geval is het andersom.
Je ziet dat er overal in het land initiatieven zijn: zoals bij het Horizon College, Da Vinci College, ROC van Twente, Gilde Opleidingen, Noorderpoort, Landstede en ROC Midden Nederland. Overal gebeurt er wat en het zou heel goed zijn als daar regie op zou komen. Samenwerken aan de vernieuwing. Het is goed om de initiatieven nu even te laten bestaan, maar de sectorkamers en de MBO Raad moeten daar uiteindelijk wel strakke regie op gaan voeren. De roep van het onderwijs zou moeten zijn. Help ons mee om de kaders strak te krijgen. Ook om ervoor te zorgen dat het wiel niet op 40 plaatsen wordt uitgevonden.
En dat pleit dan weer voor een snelle actie op het vormen van een breed KD en het ontwikkelen van hulpmiddelen om scholen het onderwijs van de toekomst vorm te laten geven.
Geef een reactie