Gemiddeld duurt het doorlopen van een thema voor een student 12 uur. Dit is mede afhankelijk van het aantal onderwerpen en kennisbronnen binnen het betreffende thema en de reeds aanwezige voorkennis.

Ja, ieder thema biedt de student een Test je kennis-opdracht, die 15 kennisvragen bevat. Aan de hand hiervan kan worden beoordeeld of de theorie goed is verwerkt. De kern van het leren en ontwikkelen zit echter niet bij het kunnen reproduceren van kennis/theorie, maar in het in de context gebruiken en toepassen van deze informatie. Daar wordt met verschillende opdrachten aan gewerkt.

Ja, er zijn twee toetsen van ieder 40 vragen die dekkend zijn voor alle thema’s. Deze vind je in de docentlicentie als Word- en pdf-document, inclusief antwoordmodel.

In principe wel, al bepaalt de student -in samenspraak met de docent- welke onderwerpen en kennisbronnen binnen de thema’s hij/zij minimaal moet doorlopen en in welke volgorde hij de thema’s doorloopt. De docent kan bepalen dat bepaalde thema’s binnen de specifieke assistent opleiding worden gevolgd. Alle thema’s zijn een vertaling van de werkprocessen uit de drie respectievelijke kwalificatiedossiers en zullen inhoudelijk doorlopen moeten worden.

Ja, dit overzicht kun je hier vinden.

Deze informatie kun je vinden je in het overzichtsdocument.

Ja, deze zijn digitaal in Boom Digitaal automatisch beschikbaar, voor zover er een objectief antwoord mogelijk is. Voor de docent zijn er ook pdf’s per thema beschikbaar met uitwerkingen binnen de docentlicentie.

Ja, in het document Werken met het Gemeenschappelijk basisprogramma staat de visie, uitleg en een verantwoording van het programma. De handleiding is digitaal voor de docent beschikbaar bij ieder thema.

Het onderwijskundige uitgangspunt bij dit nieuwe opleidingsprogramma is een modulaire en thematische opzet, waarbij de student de eigen leerroute (volgorde van thema’s) kan bepalen. Het materiaal biedt de student optimale ontwikkelkansen. Het onderwijsprogramma geeft de docent daarnaast handvatten om in te spelen op de verschillende leerbehoeften van de student. In totaal bestaat het Gemeenschappelijk basisprogramma Assistenten in de Gezondheidszorg uit 21 thema’s.

Thema 1 is het Startthema, waarin wordt uitgelegd hoe GBAG werkt en wat de student kan verwachten van het materiaal. De twintig andere thema’s zijn specifieke vakspecifieke thema’s.

Omdat het gemiddelde niveau van de student per roc en regio varieert is het lastig om een exacte doorlooptijd per thema aan te geven. Gemiddeld zal een student 12 uur bezig zijn met een thema. Daarnaast is het aan de school om te bepalen of studenten alle 20 thema’s doen in het basisprogramma of dat bepaalde thema’s direct onderdeel (moeten) zijn van het specifieke opleidingsprogramma TA, DA of AA.

Elk thema wordt aangeboden op basis van de volgende didactische structuur:

1. Inleiding
2. Kritische beroepssituatie
3. Praktijk ontmoet theorie
4. Verwerkingsopdrachte
5. Kennisbronnen
6. Test je kennis.

Naast de digitale omgeving bestaat de methode uit PowerPoints per thema voor de student en docent, antwoordmodellen digitaal en in pdf-vorm, een eventueel apart aan te schaffen papieren Naslagwerk met alle kennisbronnen.

Ja, deze kun je hier vinden.

Ja, de studenten kunnen zelfstandig aan de slag. Wel moet er worden gestart met het Startthema. De methode biedt voldoende handvatten en een heldere didactische structuur die de student daarbij helpen. Toch is het wenselijk/adviseren wij om als docent samen met de student vooraf te kijken naar de opbouw van de methode, de leerdoelen en gezamenlijk de volgorde waarin de thema’s doorlopen worden te bepalen. (Deel)onderwerpen en kennisbronnen zijn flexibel inzetbaar, mede afhankelijk van aanvullende bronnen zoals actuele artikelen of bestaande theoriebronnen die docenten zelf willen toevoegen.

De licentie voor het Gemeenschappelijk basisprogramma is 12 maanden geldig.