Als docent wil je natuurlijk weten wat de beste leertechnieken zijn, zodat je deze kan overbrengen op jouw leerlingen en studenten. In deze blog geven wij je een aantal inzichten hoe je brein werkt wanneer het dingen moet onthouden. Daarvoor kijken we eerst naar hoe het geheugen eigenlijk werkt.
Kijkje in het brein
Ons brein bestaat uit verschillende soorten geheugens. De belangrijkste twee zijn het kortetermijngeheugen, ookwel het werkbrein genoemd, en het langetermijngeheugen.
Werkbrein (Korte termijn geheugen)
Informatie komt binnen in het werkbrein. Hier blijft informatie erg kort hangen, net lang genoeg om bijvoorbeeld een telefoonnummer te horen en dit op te schrijven. In het werkbrein kan niet veel informatie worden opgeslagen. Dit brein kan ongeveer zeven dingen opnemen voordat het vol is. Als het ‘vol’ is, wordt de oude informatie weggegooid of opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Langetermijngeheugen
Bepaalde informatie uit het werkbrein gaat dus naar het langetermijngeheugen. De informatie die wordt opgeslagen in het langetermijngeheugen onthoud je dus langer en kan je ophalen wanneer je het nodig hebt. Je kan bijvoorbeeld fietsen, vertellen waar een boek over ging of de namen van jouw leerlingen of studenten onthouden. Dit heb je onthouden doordat deze informatie is opgeslagen in je langetermijngeheugen.
Van het korttermijngeheugen naar langetermijngeheugen
Natuurlijk wil je dat de leerlingen en studenten de informatie die ze leren opslaan in hun langetermijngeheugen, zodat ze deze informatie in de toekomst kunnen gebruiken en kunnen toepassen. Maar hoe zorg je ervoor dat informatie opgeslagen wordt in het langetermijngeheugen?
Om informatie voor langere tijd te onthouden, moeten je hersenen connecties maken. Om deze connecties te maken tijdens het leren zijn er bepaalde trucjes om de informatie te laten beklijven.
Vijf van deze trucjes leggen we graag iets beter uit.
1. Ezelsbruggetjes
Waarschijnlijk ken je dit trucje al; Ezelsbruggetjes. Een Ezelsbruggetje is een ander woord voor mnemotechniek en is een manier om iets makkelijk te onthouden. Alhoewel het ezelsbruggetje soms zelf wat lastig is om te onthouden, zal het wanneer je het kent niet zo snel uit je geheugen verdwijnen.
Voorbeelden van ezelsbruggetjes zijn TV-TAS (de namen van de Waddeneilanden) of Kabouters Met Grote Tenen van Kilobyte (kabouters), Megabyte (met),
Gigabyte (grote) en Terabyte (tenen).
Om verschillende eenheden in opslaggrootte te onthouden.
2. Associaties
Associatie betekent het verbinden van gedachten, gevoelens en/of waarnemingen. Je kan op verschillende manieren associaties maken met informatie. Als je een onderwerp koppelt (associeert) met iets opvallends, zul je het makkelijker voor je zien en het ook beter onthouden.
Denk je bijvoorbeeld tijdens het leren van de 12 provincies aan je familieleden in elke provincie (oma is Gelderland, oom Jan in Noord Holland, tante Esma uit Friesland). Door de associatie die je maakt, onthoud je de provincies beter.
Ook als docent kan je op verschillende manieren zorgen voor associaties met een onderwerp. Dit kan je bijvoorbeeld doen door een opvallend of absurd verhaal over het onderwerp te vertellen of door een afbeelding van het onderwerp te laten zien die een emotie teweeg brengt. Emoties zorgen namelijk voor sterke associaties en connecties in de hersenen.
3. Schrijven
Door fysiek op papier te schrijven, stimuleer je het ‘reticulaire activeringssysteem’ (RAS). Het RAS zorgt ervoor dat de informatie niet alleen wordt verwerkt, maar dat de hersenen ook actief fysiek moeite moeten doen.
Naast dat de leerlingen aantekeningen maken, is er voor jou als docent nog een manier om het schrijven te stimuleren. Laat de leerlingen een mindmap maken. Dit zorgt naast het informatie verwerken en onthouden, ook voor het overzichtelijk maken van de informatie.
4. Herhalen
Wanneer je niet meer met bepaalde informatie bezig bent, zal je het langzamerhand vergeten. Om de vergeet curve volgens Ebbinghaus te omzeilen moet je de informatie blijven herhalen. Dit kan je doen door de informatie tijdens de les te herhalen, maar de leerlingen kunnen dit ook zelf doen door het op te schrijven en regelmatig door te nemen. Flashcards zijn hiervoor een goed middel.
5. Leg het een ander uit
Heb je iets nieuws geleerd? Leg het dan uit aan een ander! Het Protégé-effect zorgt ervoor dat je tijdens het uitleggen, je eigen kennis vergroot. Je zult misschien tegen dingen aanlopen tijdens je uitleg wat je nog niet zo goed weet, waardoor je dit vervolgens weer op gaat zoeken en het voor het vervolg beter weet. Hierdoor krijgt je geheugen weer een opfrisser en onthoud je het ook langer.
Heb je hulp nodig bij het activeren of vinden van jouw leermiddelen? Dan staan onze adviseurs voor je klaar. Klik hier om de adviseur voor jouw lesmethode te vinden. Je kunt op deze pagina ook eenvoudig een afspraak inboeken. Of kijk op onze Goed van Start pagina.
“Let op: Vanwege drukte bij onze distributiepartner is de levertijd van studieboeken en leermiddelen in de periode 1 augustus tot 16 september 2023 langer dan je van ons gewend bent. De levertijd binnen Nederland bedraagt twee tot maximaal zes werkdagen.”
Geef een reactie