Nel Verhoeven (1961) is onafhankelijk senior onderzoeksconsultant. Zij heeft veel ervaring op het gebied van praktijkonderzoek in de breedste zin van het woord. Ze adviseert en begeleidt bij (praktijk)onderzoek, zowel inhoudelijk als procesmatig. Daarnaast is zij een inspirerend docent in onderzoeksvaardigheden en begeleider van studenten. Ook ontwikkelt en verzorgt ze lesprogramma’s op het gebied van Onderzoek & Statistiek. Verder geeft ze lezingen, workshops en cursussen.
Praktijkonderzoek krijgt een steeds belangrijkere plek in het beroepsonderwijs (mbo). Nel Verhoeven denk dat dit een goede ontwikkeling is. Is praktijkonderzoek op mbo-niveau echt nodig? Nel legt je graag uit waarom.
Er zijn drie niveaus waarop praktijkonderzoek in het mbo een rol speelt. Allereerst noem ik de kwaliteit van het onderwijs. Als docent moet je onderzoeksmatig (leren) denken en reflecteren (Van der Meer, Scheerens & Stevens, 2018). Meestal gebeurt dat in teams. Een instrument inzicht te krijgen in de kwaliteit van onderwijs en innovaties is door inzet van praktijkonderzoek (ECBO).
Het beroepenveld is in beweging en het beroepsonderwijs speelt daarop in. In het verlengde van deze ontwikkeling worden vanaf 2006 in het mbo – naar voorbeeld van de lectoraten in het hbo – practoraten ingesteld. Onderzoeksinstituten op mbo-instellingen die de docenten helpen de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren en die onderzoek voor de beroepspraktijk zichtbaar te maken. Dat is de tweede plaats waar praktijkonderzoek een rol speelt.
De derde en meest belangrijke plek is in de opleidingen zelf, waar studenten leren om onderzoekend te handelen. Niet alleen voor in hun opleiding en toekomstig beroep, maar zeker ook in de samenleving waarin ze als burger functioneren (De Beer, 2011). Echter, studenten zien praktijkonderzoek niet altijd als logisch onderdeel van hun opleiding en ze vragen zich af wat de toegevoegde waarde is voor hun toekomstige beroep. Bij medisch analist of laborant kunnen we ons nog wel voorstellen dat analysevaardigheden een rol spelen, maar veehouder? Of werkvoorbereider, of juwelier?
In het antwoord op deze vraag speel jij als docent een cruciale rol. Immers, je leert studenten om nieuwsgierig te zijn. Onderzoeksvragen zitten in alle geledingen van de samenleving, in alle beroepen en rollen. Studenten leren met een onderzoekende blik te kijken, de juiste vragen te stellen en op een systematische wijze naar het antwoord zoeken. Voor mij is het daarom heel vanzelfsprekend dat praktijkonderzoek deel uitmaakt van opleidingen op het mbo. Als docent faciliteer je deze ontwikkeling, door studenten hun eigen onderzoek te laten vormgeven en geef je ze ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en initiatief (Kennisplatform voor het onderwijs, 2018). Zo leren ze onderzoekend te handelen.
Mijn stelregel is altijd ‘onderzoek moet je gewoon doen!’. Dat kun je in de praktijk brengen door enthousiast over onderzoek te praten, door stap voor stap uit te leggen wat onderzoek inhoudt, maar vooral door studenten zelf ervaring met onderzoek te laten opdoen en door ze te begeleiden naar succes. Dit kan niet zonder goede methode en ik denk dat het keuzedeel Praktijkonderzoek daarbij kan helpen. Dit keuzedeel begeleidt studenten bij het zelf uitvoeren van onderzoek. Jij als docent speelt een modererende rol. Studenten leren hoe ze in fasen onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren, ze leren de juiste vragen te stellen en de antwoorden op een goede manier te analyseren. En ze leren vooral wat ze met deze antwoorden kunnen doen, dus op welke wijze praktijkonderzoek een rol in hun eigen beroepspraktijk speelt.
In het Keuzedeel Praktijkonderzoek krijgen de studenten zo veel theorie als nodig, maar zo min mogelijk. Deze theorie is voorzien van vele voorbeelden en geïllustreerd met figuren, tabellen en filmpjes die dicht bij de belevingswereld van de studenten blijven. Verder voeren studenten korte opdrachten uit. Aan het eind van het Keuzedeel hebben studenten hun doel bereikt: een bepaalde vraag uit een organisatie beantwoord met behulp van onderzoek. Als kroon op hun werk presenteren ze de resultaten aan de organisatie waar het onderzoek is uitgevoerd.
Onderzoek op het mbo is echt belangrijk. Het maakt studenten nieuwsgierig en ze leren onderzoekend te handelen. Het Keuzedeel Praktijkonderzoek biedt studenten de benodigde ondersteuning. Onderzoek moet je immers gewoon doen!
Bronnen
De Beer, J. (2011). Van “Help! Onderzoek” naar “onderzoek helpt!”. Onderzoek en een onderzoekende houding van jongeren. In: Van den Berg, N., Boer, M., De Beer, J., De Jongh, A., Streumer, J. & Nijwaard, S. (2011). Onderzoek in het MBO. Het Zadkine lectoraat beroepsonderwijs als casus. Rotterdam: Zadkine.
ECBO (geen datum). Docent in het beroepsonderwijs. Verkregen op 16 februari 2020 via https://ecbo.nl/docent/.
Kennisplatform voor het onderwijs (2018, 23 mei). Hoe kunnen onderzoeks-vaardigheden van mbo4-studenten worden gemeten en bevorderd? Verkregen op 11 februari 2020 via https://wij-leren.nl/onderzoeksvaardigheden-studenten-mbovier-groenonderwijs.php.
Van der Meer, M., Scheerens, J. & Stevens, R. (2018, 21 juni). Practoraten in het mbo zijn een impuls voor de onderwijskwaliteit. Science Guide. Verkregen op 11 februari 2020 via https://www.scienceguide.nl/2018/06/practoraten-in-het-mbo-een-impuls-voor-onderwijskwaliteit/.
De Ruiter, C. & Verhoeven, N. (2020). Keuzedeel Praktijkonderzoek. Meppel: Boom Beroepsonderwijs.
Ontdek de Bundel Keuzedelen van Boom Beroepsonderwijs
In de digitale bundel vind je alle keuzedelen die Boom beroepsonderwijs beschikbaar heeft. Dat zijn er ruim 100. Als gebruiker heb je na activatie toegang tot alle digitale keuzedelen in de bundel. De digitale licentie heeft een toegangsperiode van 12, 24 of 36 maanden.
Met Keuzedelen Edu’Actief van Boom beroepsonderwijs verrijkt je student zijn of haar mbo-opleiding. Beroepsecht, opdrachtgestuurd en gericht op 21e-eeuwse vaardigheden. lees hier meer