Veel burn-outs onder studenten, zo kopte de Volkskrant. En zelfs het onderzoek van Jolien Dopmeijer van Hogeschool Windesheim haalde het NOS-journaal.
Ze heeft het onderzoek uitgevoerd onder ruim 3000 studenten in de periode december 2017 tot maart 2018. Bij het lezen hiervan dacht ik: is dat representatief? En er kwamen ook vragen bij mij op. Is dat een geschikte periode om te onderzoeken? Er zit sowieso een tentamenweek in, maar is de kerstperiode altijd niet drukker en ervaart niet elk mens, leerling, student, docent, werknemer dit als een hele drukke periode?
En een week later schreef Elma Drayer in de Volkskrant het vervolg:
Altijd leuk bij dit soort sociaal-wetenschappelijk onderzoek: een blik werpen op de non-respons. En zie. Van de ruim 18 duizend benaderde Windesheim-studenten besloten welgeteld 3.134 mee te doen. Een non-respons van maar liefst 83 procent. Van de respondenten was ook nog eens 60 procent vrouw. Ander leuk weetje: wie de vragenlijst daadwerkelijk invulde maakte kans op een iTunes Giftcard ter waarde van 25 euro.
Tegengeluid
Maandagmorgen onderweg naar een nieuwe werkweek hoorde ik Paul Laseur in zijn wekelijkse column op BNR:
Gelukkig kloppen de cijfers van geen kant. Want de meeste studenten, zij die helemaal nergens last van hebben en niet zo gestrest zijn, reageren natuurlijk niet op zo’n onderzoek. Tussen degenen die wèl responderen zitten juist onevenredig veel probleemgevallen. Hun roep om aandacht is misschien terecht, maar geeft wel een zwaar vertekend beeld van de werkelijke verhoudingen. Je maakt mij niet wijs dat één op de vijf studenten niet is opgewassen tegen de studiedruk en daarom zelfmoord overweegt. Laat staan dat het hoog tijd is voor een actieplan om, in de woorden van het Interstedelijk Studenten Overleg, een ‘generatie van zombies’ te voorkomen.
Studenten die klagen over toegenomen prestatiedruk moeten niet zeuren. De hele maatschappij is een stuk veeleisender geworden. Daar hoort een ambitieus studieklimaat bij. Als voorbereiding op een succesvolle maatschappelijke loopbaan, als hogeropgeleide. Dat vraagt een investering van beide kanten, student èn samenleving. Studenten hebben zelf de verantwoordelijkheid om er wat van te maken, in plaats van slachtoffer te spelen. Studenten hebben het zo druk tegenwoordig omdat ze zo veel mogelijkheden krijgen.
Is daar iemand?
Zou het smartphonegebruik, het altijd online willen zijn, het altijd online goed willen voorkomen een rol spelen? Wouter van Noort schreef een goed boek ‘Is daar iemand’? Hoe vaak kijk je op je smartphone, of toch even op Facebook, WhatsApp, Instagram of mail van je werk? Of leerlingen op Magister om te checken of er een toets nagekeken is?
En nu? Ontspanning!
Goede punten uit het onderzoek vind ik het actieplan waarin aandacht voor het studentenwelzijn en beschikbaarheid van een psycholoog beschreven staat. Maar ik hoop ook op verbinding met de sport. Want belangrijk in een drukke periode als leerling, student, docent, werknemer en werkgever is ontspannen. Inmiddels wordt daar steeds meer over gepubliceerd en kan hardlopen het medicijngebruik van bijvoorbeeld antidepressiva verminderen. Als hardlooptrainer ben ik daar een enorme voorstander van. Meer info? Kijk eens naar de publicaties van Bram Bakker, psychiater over Runningtherapie.
En, wat doe ik zelf? Ik ga het weekend inluiden met een lekkere ronde hardlopen van zo’n 25 km. Tot later!
Geef een reactie