Het is bijna zomervakantie! Voor veel studenten betekent dit dat ze een stageplaats moeten vinden zodat ze in september direct kunnen beginnen. Voor anderen is de stage juist bijna aan zijn einde gekomen. Ik hoef me nu gelukkig nergens druk over te maken, mijn volgende stageperiode start pas in februari. Maar, de vraag blijft: waarom is het zo lastig om een stageplaats te vinden?
Vooroordelen en hulp bij stage
Ik kan me nog goed herinneren dat ik als eerstejaarsstudent een stageplaats moest vinden. Ik had nog helemaal geen werkervaring als secretaresse. Ik had bijvoorbeeld nog nooit getelefoneerd en nog maar één of twee keer een notulen geschreven. Dit zorgt ervoor dat je als ‘beginner’ niet zo lekker in de markt ligt. Stagebedrijven nemen toch liever laatstejaarsstudenten aan met veel ervaring, dan een eerstejaarsstudent die veel tijd kost.
Zelfs anno 2016 wordt er nog teveel gediscrimineerd. Mensen worden beoordeeld op hun uiterlijk (bijv. tatoeages, piercings, hoofddoeken en huidskleur). Een paar klasgenootjes van mij konden door deze vooroordelen niet op tijd met hun stages beginnen. Dat is erg lastig en vaak zorgt dit voor onzekerheid bij studenten en afvallers bij de opleidingen.
Gelukkig kregen we voor het zoeken naar een stageplaats wel veel begeleiding van docenten op school. Via Ecabo kon je naar stageadressen zoeken. Docenten hielpen vervolgens met de correspondentie naar de bedrijven. Alle brieven en e-mails werden nagekeken en voor de pechvogels die steeds afgewezen werden, had de school zelfs adresjes waar ze vaak nog stagiaires zochten.
De stageperiodes
De tijd die je hebt om naar een stageplaats te zoeken kan ook zorgen met zich meebrengen. Onze eerste stageperiode was van februari tot juni. Begin januari gingen we met de klas en docenten opzoek naar stageadressen. Je kon je mailtje versturen, je werd uitgenodigd voor een gesprek, vervolgens werd je aangenomen en een week of twee later kon je aan de bak. Als dit soepeltjes verloopt, is er niets aan de hand.
Maar als je in september moet beginnen, word je vanuit school vaak in mei al aangeraden om op zoek te gaan. Je verstuurt een mailtje, je wordt uitgenodigd en je wordt aangenomen. Klaar? Nou, nee. Persoonlijk had ik hier veel last van. In mei was mijn stageplaats al geregeld. Dit zorgde ervoor dat ik de volgende drie maanden een beetje stress had. ‘Zou het bedrijf mij niet vergeten zijn?’ ‘Zitten ze nog wel op een stagiaire te wachten?’ (en met de economie van tegenwoordig: ‘Is het bedrijf nog niet failliet?’).
Toen ik van het zomer lekker op het stand lag, was ik zelf eerlijk gezegd al vergeten dat ik überhaupt op school zat, laat staan dat ik een stageadres had gevonden. Een paar weken van te voren kreeg ik een mail van mijn stagebegeleider om het een en ander voor te bereiden. ‘Oh ja!’ dacht ik toen. Dat was het moment dat alsnog de stress bij mij naar boven kwam. Gek genoeg was er niets om mij nog zorgen over te maken, want alles was in principe geregeld.
De laatste keer stage (voorlopig)
Nu ga ik naar het derde en tevens mijn laatste jaar. In februari begint mijn stageperiode weer. Na mijn blog over buitenlandse stage, en door mijn klasgenoten die wel graag naar het buitenland willen, ben ik stiekem ook een beetje enthousiast geworden over een stage in het buitenland. Binnenkort ga ik hierover in gesprek op school voor meer informatie.
Een buitenlandse stage regelen kost meer tijd dan een ‘normale’ stage. Ik ben daarom nu nog niet bezig met een optie B (mocht ik niet aangenomen worden in het buitenland). Dat komt allemaal in december nog wel.
Dus is een stageplaats vinden moeilijk? Voor een eerstejaarsstudent zonder ervaring die tatoeages heeft, een piercing en hoofddoek draagt en toevallig een donkere huid heeft, kan het helaas knap lastig zijn. Voor een oer-Hollandse derdejaarsstudent zal dat wel meevallen. En anders heeft je school vast nog wel een aantal adresjes liggen waar je terecht kan.
Geef een reactie