Je kunt beter lasser worden dan onderwijsassistent. En beter een gastheer of gastvrouw dan ondernemer in de retail. Althans, volgens de nieuwe cijfers van Kans op werk van SBB die aangegeven wat het arbeidsmarktperspectief is bij mbo-opleidingen.
Vacaturespider
De SBB-cijfers laten per regio op een vijfpuntsschaal zien wat de kans op werk is na afronding van de opleiding binnen de tijd die ervoor staat. Het gaat hierbij om banen die in het verlengde liggen van de opleiding. SBB baseert de berekening op het huidige aantal vacatures van minimaal 12 uur per week. Ze maken gebruik van een heuse ‘vacaturespider’ die alle op internet gepubliceerde vacatures in zijn web vangt. Ook niet op internet gepubliceerde vacatures worden meegenomen, daarvoor is telkens een weegfactor vastgesteld. Er wordt ook gecorrigeerd voor het aantal vacatures dat geschikt is voor schoolverlaters. Bovendien wordt door middel van een enquête onder leerbedrijven bepaald welke vacatures geschikt zijn voor welke gediplomeerden en de mate waarin de gediplomeerden dus concurrentie ondervinden van anderen. Een uitgebreide, gedegen analyse dus, voor zover het mogelijk is om voorspellingen te doen over de arbeidsmarkt.
Wel techniek, geen zorg en welzijn
Wat blijkt nu uit de cijfers van Kans op werk? Dat aankomende mbo-studenten het beste kunnen kiezen voor een technische opleiding of voor een gespecialiseerd beroep, zoals gespecialiseerd kok. Een greep uit de opleidingen met goede kansen op de arbeidsmarkt:
Matige of zelfs geringe kansen zijn er bijvoorbeeld bij zorg-en-welzijnopleidingen:
Opvallend
De kansen op werk zijn niet in elke regio gelijk. Het meest treffende voorbeeld daarvan is het arbeidsmarktperspectief bij Leidinggevende travel en hospitality:
Waar zijn de kansen het hoogst? Juist, in de buurt van het toeristische Amsterdam en kustplaatsen als Zandvoort.
Iets anders wat mij opviel was de score van de Medewerker ICT:
Je zou denken dat dit een van de beroepen van de toekomst is. Maar hier zie je duidelijk het verschil in arbeidsperspectief per niveau. Waar de niveau-2-opleiding Medewerker ICT geringe kansen biedt, laten de niveau-3-opleiding Medewerker beheer ICT en de niveau-4-opleiding ICT-beheerder duidelijk betere kansen zien (respectievelijk een 3 en een 4 voor heel Nederland). Ook voor andere opleidingen geldt: hoe hoger het niveau, hoe groter de baankans. Vergelijk ook de lage cijfers bij de zorgopleidingen (niveau 2) hierboven. In dat opzicht is het dus goed dat veel mbo-studenten doorleren en doorstromen naar niveau 4 of het hbo.
Hulp bij het kiezen
De cijfers van Kans op werk hebben onder andere als doel de studenten die nu een opleiding gaan kiezen te helpen. Maar hoewel de kans op werk wel een rol kan spelen bij de keuze, is het natuurlijk niet het enige criterium. Zoals SBB-werkgroeplid Wim van de Pol in een interview met Dagblad van het Noorden zelf ook aangeeft: de arbeidsmarkt blijft moeilijk te voorspellen. Als de kinderopvang duurder gemaakt wordt, is de kans op werk van een Pedagogisch medewerker kinderopvang ineens een stuk kleiner. Laat je je keuze dus volledig afhangen van deze prognosecijfers, dan is dat behoorlijk risicovol.
Bovendien geldt nog altijd dat het belangrijk is iets te kiezen wat je met passie doet. Want uiteindelijk hebben bedrijven toch liever een gepassioneerde onderwijsassistent dan een ongemotiveerde lasser in dienst.
Bron afbeeldingen: SBB
Geef een reactie