We moeten af van de ‘leerfabrieken’, zei minister Jet Bussemaker eind 2015. Het roept meteen een beeld op van studenten (en docenten!) die ronddolen in massale onderwijsgebouwen met oneindige gangen en trappen. Bussemaker deed daarom een voorstel om roc’s met meer dan 5000 studenten op te splitsen in kleinschalige mbo-colleges. ‘Leerfabrieken’ bleek niet een heel gelukkig gekozen term, maar dat er mbo-instellingen bestaan met meer dan 5000 studenten is een feit. Door deze op te splitsen moeten scholen herkenbaarder worden en ook studenten zullen sneller worden herkend. En dat komt de onderwijskwaliteit ten goede. Daar zit wat in.
Maar moet je zo’n plan wel opleggen als minister? En waarom dan wel bij 5000, en niet bij 4500? Worden scholen van zo’n opgelegde maatregel daadwerkelijk kleinschaliger? Daar zit ook wat in.
Bussemaker komt nu terug op dit idee.
Wat vind jij: kunnen we grote roc’s nou beter wel of niet splitsen? Stem mee met onze poll:
[yop_poll id=”21″]
Kleinschaligheid
Bussemaker pleit nog steeds wel voor kleinschaligheid, maar dat mogen scholen nu ook op andere manieren bereiken. Bijvoorbeeld door goede onderwijsteams en goede klachtenregelingen. En door regelmatig met studenten te praten. Dat lijkt mij voor iedere school, hoe groot of hoe klein ook, sowieso wel een goed idee.
Bron foto: Rijksoverheid
Geef een reactie