In het onderwijs wordt papier steeds vaker gecombineerd met digitaal. Dat vraagt om onderzoek naar de effecten van deze nieuwe ontwikkelingen. Maar hoe onderzoek je blended learning? Puur vragen of blended learning effect heeft, heeft net zoveel zin als een onderzoek met de vraag of een tekstboek effect heeft.
Groei
Veel interessanter is het om te kijken naar de groei op het gebied van blended learning. Hoe zijn de ervaringen met blended learning door de jaren heen? Wordt blended learning steeds beter ingezet? En worden we positiever of juist negatiever als we enkele jaren blended werken?
In een Amerikaans onderzoek is heel goed te zien hoe docenten, studenten en ouders positiever zijn geworden over blended learning. In dit onderzoek wordt blended learning gedefinieerd als een methode waarin klassikaal lesgeven ‘geblend’ wordt met digitale activiteiten in kleine groepen of individueel. Sinds 2013 worden klassen onderzocht waarin blended geleerd wordt. De verschillen in scores op de stellingen gemeten in 2013 en 2015 zijn duidelijk.
Betrokkenheid en meer tijd
Docenten waren het in 2015 vaker eens met de stelling ‘blended learning heeft de studentbetrokkenheid vergroot’ (75% in 2013 vs. 98% in 2015). Dit zou kunnen komen doordat de blended methode beter aansluit bij de behoeften van de hedendaagse leerling. Leerlingen zelf geven namelijk vaker aan dat blended learning overeenkomt met hoe zij graag willen leren (72% vs. 80%). En ook geven leerlingen ten opzichte van 2013 iets vaker aan dat ze regelmatiger met hun docent kunnen communiceren vanwege blended learning (81% vs. 82%). Blijkbaar is er in de loop der jaren in deze blended klassen dus iets meer tijd vrijgekomen voor persoonlijk contact tussen docent en student.
Betere resultaten
Mooie uitkomsten die duidelijk groei laten zien. Maar het voorgaande gaat enkel om de perceptie van de docenten en leerlingen. Ook de hardere feiten lijken echter positief: de resultaten van de blended klassen zijn beter in vergelijking met ‘reguliere’ klassen, gemeten op wiskunde en leesvaardigheid.
Ouders
De mening van ouders is overigens minder positief geworden. Zij geven weliswaar een iets hogere score op de stelling dat hun zoon of dochter ‘huis’werktijd op een verschillende manier invullen bij blended learning (70% vs. 72%). Maar hierbij is het de vraag of die andere manier beter of prettiger is. Opvallender is dat ouders het met de stelling ‘ik zie voordelen van het hebben van blended learning in de klas van mijn zoon/dochter’ minder vaak eens zijn: 90% in 2013 en 85% in 2015. Zien ouders steeds minder voordelen? Of is misschien het nieuwe eraf en zijn ze eraan gewend geraakt?
Al met al blijkt volgens dit Amerikaanse onderzoek dat in ieder geval docenten en studenten steeds positiever worden over blended learning en de mate waarin deze methode zinvol ingezet wordt in het onderwijs. Ik verwacht dat dit ook voor Nederland geldt, of op termijn gaat gelden. Zo’n grote ommezwaai in de manier van aanbieden van lesstof heeft nu eenmaal tijd nodig om uit te kristalliseren.
Hoe word jij beter in blended learning?
- Werk vanuit een visie. Schaf geen iPads aan omdat je naast papier ook ‘iets digitaals moet doen’, maar omdat er een uitgewerkt idee achter zit. Zie ‘digitaal gaan’ ook niet als doel, maar als middel.
- Verwacht niet meteen resultaat. Het inzetten van blended learning zal niet van de ene op de andere dag zichtbaar resultaat hebben. Geef ook niet op door terug te gaan naar volledig papier. Geef het de tijd om te groeien.
Geef een reactie