Werken wordt in toenemende mate samen-werken. Werknemers van nu werken in toenemende mate samen in groepen, projectmatig, agile, scrum en zo zijn er nog vele vormen van samenwerking.
Samenwerken stelt eisen aan de sociale vaardigheden van de medewerkers van de toekomst, de student dus. Dat is prima want de maatschappij vraagt om personen met een goede sociale ontwikkeling die zich slagvaardig manifesteren. Op een goede manier verbaal kunnen communiceren en discussiëren draagt bij aan een hogere resultaatgerichtheid in de onderlinge samenwerking.
Tijdens een overleg of discussie kan je verschillende discussietypes onderscheiden. Door de student zich hier van bewust te laten zijn kan hij met stijlen experimenteren en stijlen afwisselen afhankelijk van soort discussie, doelgroep, belang etc. Het model ‘Welk discussietype ben jij?’ is gericht op leren en veranderen en kan hier bij helpen.
Als docent ondersteun je studenten in het ontwikkelen van discussietechnieken, het toepassen van de verschillende stijlen en deze in de dagelijkse praktijk te gebruiken. De basis die in dit model wordt toegepast is eenvoudig en voor studenten goed toe te passen.
Het model wordt beschreven aan de hand van twee dimensies. Dat zijn de positieve of negatieve benadering of houding en de constructieve of destructieve insteek van de gegeven situatie. Door deze indeling in een assenstelsel te plaatsen ontstaat het volgende model:
Op basis van deze indeling zijn er vier stijlen die typerend zijn in een discussie. Bij het herkennen van deze stijlen krijg je inzicht hoe hiermee om te gaan. De vier kwadranten en types die hierbij worden onderkend zijn:
De doordenker
De beoogde en ideale stijl. Constructief, positief en bovendien actief uitnodigend voor de overige betrokkenen om mee te denken. Zo ontstaat er een situatie die tot goede ideeën en suggesties leidt en een sfeer van ‘samen de schouders eronder zetten’.
De foutenvinder
‘Het idee is goed, maar…’ kan de openingszin zijn van de foutenvinder. De destructieve manier van benaderen leidt soms tot ongewenste situaties.
De dictator
Het begrip ‘dictator’ spreekt misschien al voor zich. Hij heeft een afkeurende benadering en gaat liever niet verder in discussie, zijn favoriete woord is ‘nee’. Dit is overigens wat anders dan een constructieve discussie af te sluiten met ‘nee, we gaan dit niet doen’.
De betweter
Een passende openingszin van de betweter is ‘Nee, het idee is niet goed, want…’. Een negatieve benadering maar wel met constructieve insteek met onderbouwing en de mogelijkheid voor verder meedenken.
Als docent kun je de studenten laten oefenen met het hanteren en herkennen van de verschillende stijlen. Wanneer je in een overleg bepaalde stijlen bij anderen herkent, kan je daar op inspelen om zo tot een maximaal gezamenlijk resultaat te komen en zo een bijdrage te leveren aan de persoonlijke effectiviteit van de studenten.
Tijd voor actie! Als cadeau krijg je het model voor effectief samenwerken met een stappenplan voor studenten om direct aan de slag gaan. Klik hier om de PDF te downloaden!
De beschrijving en uitleg van dit model en nog ruim 30 andere modellen is te vinden in het boek Effectieve Hulpmiddelen bij Overbelasting en te bestellen bij de auteur Frits Gubbels op de website www.effectievehulpmiddelenbijoverbelasting.nl
Frits Gubbels is sinds 1998 auteur van diverse boeken en werkzaam voor verschillende uitgevers. De inhoud van dit boek is tot stand gekomen op basis van jarenlange ervaringen als trainer en coach rondom het interessegebied persoonlijke effectiviteit. Veel van deze modellen en hulpmiddelen zijn vanuit deze praktijk ontwikkeld en samengevoegd in deze zeer praktische uitgave. Meer informatie is te vinden op www.effectievehulpmiddelenbijoverbelasting.nl