Belangrijkste onderdeel van pro-diploma: het portfolio
Ook de leerlingen van het praktijkonderwijs krijgen straks een wettelijk diploma, is in politiek Den Haag besloten. Het belangrijkste onderdeel van het pro-diploma is het portfolio; een map, met daarin bewijzen van groep 1 tot en met 5. Het vormt de basis voor het eindgesprek. Verschillende praktijkscholen hebben reeds ervaring opgedaan met het portfolio. Drie docenten delen hun ervaringen.
Geschreven door Joke van der Wijk
De onderdelen die in het portfolio moeten zitten, zijn gebaseerd op de leerdoelen. Ze hebben alles te maken hebben met de ontwikkeling van de leerling. Denk bijvoorbeeld aan het volgende.
- persoonlijk (wie ben ik?)
- theorie (basisvorming, kennis en vaardigheden)
- actief burgerschap (ik en de maatschappij)
- praktijkvorming (arbeidstoeleiding)
- stage (waaronder interne stages)
- eigen aanvulling Bron: PRO Emmen.
Alle drie de scholen hebben zo hun eigen richtlijnen, die redelijk overeenkomen. Hierin staat welke certificaten, andere bewijzen en vorderingen de leerling precies moet halen.
Het stagebedrijf is vaak ook blij met het portfolio, vertelt Bert Darwinkel van PRO Emmen. ‘Het stagebedrijf ziet precies wat de leerling eerder heeft gedaan en wat deze inmiddels kan en kent. Met de stage kunnen ze zodoende beter op de ontwikkelingsfase van de leerling aansluiten.’
Trotsmap
Jan Huisman van het Máximacollege, al bladerend door een portfolio van een leerling: ‘Onze leerlingen mogen voor het eindgesprek drie bewijzen kiezen waar ze trots op zijn. De assessor kiest ook drie bewijsstukken. Over deze zes producten gaan ze samen in gesprek. Kijk, deze jongen koos een verslag van een bezoek aan de gevangenis. Dat verbaast me niks. Dit was echt een groot ‘ding’ voor hem, want hij moest een heel traject door, met een officiële aanvraag, motivatie, voorgesprek enzovoort. Toen bleek dat hij één van de gelukkigen was, voelde hij zich natuurlijk apetrots.’ De leerling koos verder het branche-diploma ‘Werken in de keuken’ en het bewijs voor een driedaagse cursus budgetteren.
Het portfolio is er dus ook zeker voor bedoeld om te laten zien waar de leerling trots op is. Om te laten zien wat je allemaal gedaan hebt en waar je goed in bent. Niet voor niets noemen sommige praktijkscholen het ‘de trotsmap’. Volgens Jan is het erg belangrijk dat een leerling trots is op het portfolio. ‘In het eerste jaar hadden we nog wat planningsproblemen. Het kwam soms zelfs voor dat ik zelf bewijsstukken stond te printen voor de leerling. Nu doen ze dit allemaal zelf. Je merkt echt het verschil; er ontstaat echt een gevoel van eigenaarschap, zo van: dit is van mij!’
Bert: ‘Sommige leerlingen zijn zo trots op hun portfolio dat ze letterlijk álles in hun schoolcarrière bewaren. Vorig jaar lagen er soms drie volle ordners van één enkele leerling voor onze neus. Dat was voor ons niet te doen natuurlijk, qua tijd en voorwerk. We hebben dit afgeremd door een handboek te ontwikkelen. Hierin staat precies beschreven wat er in het portfolio moet.’
Toekomstperspectief
Ook op het Máximacollege werkt het portfolio erg motiverend. Monica van Loon: ‘Voorheen begonnen ze pas in de bovenbouw met het aanleggen van een portfolio. En werden ze ook pas vanaf dat moment geconfronteerd met ‘de toekomst’. Dat gaf voor sommige leerlingen een hele hoge druk. Nu ze vanaf jaar 1 met het portfolio bezig zijn, hebben ze meteen het gevoel bezig te zijn met de toekomst. En weten ze waarom ze iets doen. Dat biedt een heel ander perspectief.’
Digitaal en op papier
Van het portfolio is zowel een digitale als een papieren variant. Bert: ‘Voor veel leerlingen is een papieren versie bij het eindgesprek heel prettig. Ze hebben dan echt iets concreets in handen, wat door te bladeren is.’
Dianne van den Berg van Accent Praktijkonderwijs: ‘Onze leerlingen bouwen zelf eerst een website. Daar zetten ze hun documenten en filmpjes op. Dit is niet voor iedereen zichtbaar. Ze kunnen alleen zelf inloggen en bepalen ook zelf wie toegang krijgt tot hun website. Ook is er materiaal op papier, voor in hun portfoliomap. De map is voorzien van duidelijke tabbladen, zodat ze precies weten wat waar hoort.’
Eindexamen
Vóór het examen gaat de leerling, samen met de mentor, nog eenmaal grondig door het portfolio heen. Ziet het er netjes uit? Is het compleet? Als dat het geval is, kan er een eindgesprek worden gepland met de assessor. Deze beoordeelt het portfolio.
Monica: ‘Elk kind is anders en heeft een unieke aanpak nodig. Sommige kinderen praten bijvoorbeeld moeilijk. Zo klapte een leerling tijdens het eindgesprek finaal dicht. Haar branche-diploma Dieren zat ook in het portfolio, samen met foto’s van honden, waarmee ze had gewerkt. We zijn toen alleen maar foto’s gaan kijken. Gevraagd: “Wat is er met deze hond gebeurd?” En toen kwamen de verhalen los …’
Dianne van den Berg, vestigingsdirecteur Accent
Praktijkonderwijs – Rotterdam.
PRO Emmen Bert Darwinkel, intern begeleider en projectleider pro-diploma.
Máximacollege – Ridderkerk Jan Huisman, docent Praktijkonderwijs en Monica van Loon, docent Praktijkonderwijs en assessor.