Als accountmanager heb ik veel gesprekken met onderwijsteams. Deze gesprekken gaan vaak over de veranderingen in het onderwijs. Nieuwe KD’s, keuzedelen en, niet in de laatste plaats, digitaal leren. Over dat digitale leren hoor ik jammer genoeg vaak wat vooringenomen ideeën. ‘Mijn studenten willen niet de hele dag achter de computer.’ En: ‘Ik kan nu helemaal geen les meer geven, de computer neemt het over.’ Maar ook: ‘Als mijn studenten eenmaal achter dat scherm zitten doen ze van alles wat ik niet weet.’
Dit zijn zo de meest gehoorde gedachten en standpunten. Als je deze gedachten en standpunten herkent dan heb ik nieuws, want eigenlijk verandert er maar weinig. Als je bovenstaande standpunten deelt doe je jezelf echt tekort. Jouw rol als docent zal met het invoeren van digitale methodes nauwelijks veranderen. Het is maar net wat je er zelf van maakt en dat is niet anders dan anders, net alsof je met de boeken werkt.
‘Vroeger’
Hoe ging het ‘vroeger’ ook weer met de boeken: de studenten komen binnen en een deel begroet je met de mededeling dat de benodigde boeken nog thuis liggen. Gelukkig komen bij de meeste studenten de boeken uit de tas tevoorschijn en worden gesloten op de tafels gelegd. Je start met je les: waar gaan we het vandaag over hebben, hoe pakken we dat aan en wat wordt er van de student verwacht aan het einde van de les? Jouw rol is om structuur aan te brengen, duiding te geven over het onderwerp en, als dat er zo van komt, nog een goed verhaal uit de praktijk toe te voegen. Jij maakt studenten enthousiast. Aan het einde van je betoog geef je vervolgens nog één of meerdere opdrachten mee aan de studenten om te maken en, mits daar nog tijd voor is, gaan de boeken open en kan de student tot het einde van de les aan het werk. Wat ze namelijk nog op school kunnen doen, hoeft niet thuis. De studenten zitten niet de hele les met hun neus in de boeken. Natuurlijk, in chargeer een beetje, maar grosso modo verloopt een les op deze manier.
Computer
En nu diezelfde les, maar dan met de computer. De studenten komen binnen en iedereen heeft doorgaans wel zijn laptop of tablet bij zich. En dus het lesmateriaal en het eventuele huiswerk . De meeste laptops komen uit de tas tevoorschijn, worden geopend op de tafels gezet en je start met de les. Waar gaan we het vandaag over hebben, hoe pakken we dat aan en wat wordt er van de student verwacht aan het einde van de les? Je breng structuur aan, geeft duiding en mogelijk nog een goed verhaal uit de praktijk. Jij maakt studenten enthousiast. Aan het einde van je betoog geef je vervolgens nog één of meerdere opdrachten mee aan de studenten om te maken en, mits daar nog tijd voor is, gaan de laptops aan en gaat de student tot het einde van de les aan het werk. Kortom, de studenten zitten niet de hele tijd met hun neus in de computer.
Een bijkomend voordeel van de computer, hij kan jou helpen bij het nakijken van het huiswerk, bij het nakijken van de toetsen, maar ook kan de computer overzicht houden over het gemaakte werk en de resultaten van de studenten.
En er is nog een belangrijk verschil. Werk je met boeken, dan vraag je aan het begin van de les of ze deze open willen doen. Werken ze met laptops dan vraagt je aan het begin van de les of ze deze dicht willen houden. Of zoals een docent riep door zijn klas: “allemaal de kleppen dicht”.
Blijf vertellen
De computer neemt de lessen niet over. De computer kent jouw verhalen en jouw aanvullende uitleg niet en ook kan een computer jouw studenten niet enthousiasmeren over een bepaald onderwerp. Dat kan jij als docent wel! Lesgeven is een vak, de computer slechts een hulpmiddel. Jullie vullen elkaar prima aan mits je de computer maar op de juiste manier inzet. Blijf vooral de verhalen vertellen, duiding geven en enthousiasmeren. Want dat is wat ze van jouw lessen zullen onthouden.
Rene zegt
Mijn vraag is; waar heb je het over? Over WO-studenten die studeren, HBO-studenten die een opleiding volgen, VWO-leerlingen bb, Havo-leerlingen bb of dezelfden in de onderbouw, VMBO-leerlingen? De exacte vakken, sociale vakken, talen, creatieve vakken ed? Grote of kleine klassen? Om over de variatie in leerlingen en docenten nog maar niet te spreken of de verschillen in de kwaliteit van de content. Of scheer je alles over dezelfde kam? Want daar ligt het grootste probleem van het Nederlands onderwijs, naast de hoge werkdruk voor docenten en leraren.
Bert Visscher zegt
Het soort onderwijs maakt in mijn optiek niet uit en de omvang van de klas ook niet, in dat opzicht scheer ik het dus inderdaad over dezelfde kam. Een goed digitaal lesprogramma heeft de mogelijkheid om te differentiëren, zowel in niveau als in tempo. Er zijn al mooie digitale lesmethoden op de markt voor verschillende opleidingstypen en diverse vakken en dan bedoel ik zeker geen statische E-books. Investeer in een goede digitale methode met (vanzelfsprekend) goede content. Laat de computer vooral ondersteunen en niet leiden.